De bevalling
Een bevalling kost tijd. Er moet een hoop gebeuren in je lichaam.
De baarmoedermond moet eerst verweken (zacht worden), verstrijken (dunner worden) en daarna kan het pas gaan ontsluiten (open gaan).
Na de ontsluitingsfase kan het uitdrijven beginnen. Vanaf dit moment kan je zelf actief meehelpen door hard mee te persen.
Op die manier help je je kindje om geboren te worden.
In de verschillende kopjes van dit onderwerp kun je de verschillende voorbereidingen en fases doorlezen.
Natuurlijk kan dit voor iedereen afwijken en is er een verschil tussen een eerste of volgende bevalling.
Tijdens de controle, rond 34 weken, zullen we de bevalling met je bespreken en hierbij ook informatie meegeven over pijn en hoe je hiermee om kunt gaan.
Voorbereiding
Iedereen kiest zijn eigen manier van voorbereiding op de bevalling. Het is maar net waar je behoefte aan hebt. Het is niet verplicht om iets van voorbereiding te doen, maar wel aan te raden. Kies wat bij je past. Wanneer je goed voorbereid bent, weet je wat je ongeveer kunt gaan verwachten en kun je zelf beter de situatie inschatten. Hierdoor kun je beter met de situatie omgaan. Hieronder lees je de verschillende manieren van voorbereiding.
Vanuit de praktijk is er een informatiefilm in ontwikkeling. Hierin bespreken we de voorbereiding, plaats van bevallen, beladvies en welke fases er zijn bij de bevalling. Ook wordt er aandacht besteed aan de mogelijkheden van pijnstilling. Wat je zelf kunt doen en welke mogelijkheden er zijn in het ziekenhuis. Deze voorlichting is voor iedereen geschikt, of je nu thuis of in het ziekenhuis wilt bevallen.
Er worden ook voorlichtingsavonden gegeven door het ziekenhuis. Mocht je kiezen voor een poliklinische bevalling of moet je in het ziekenhuis bevallen vanwege een medische indicatie, dan kan deze voorlichting je helpen in je voorbereiding. Er wordt algemene informatie gegeven over bevallen in het ziekenhuis, maar ook kun je een kijkje nemen op de verloskamer. Zo weet je waar je moet zijn en heb je alvast een eerste indruk van de verloskamer en het ziekenhuis. Aanmelden hiervoor kan op de website Bevallen (curavita.nl) Daar is ook een virtuele rondleiding beschikbaar.
Bij het kopje Zwangerschap>Wat te regelen? kun je het aanbod van zwangerschapscursussen vinden in Hellevoetsluis en omgeving. Een cursus is geen must voor een goede voorbereiding op je bevalling. Wees niet bang dat je niet goed kan bevallen als je geen cursus heb gevolgd. Tijdens je weeën ga je uit jezelf al een houding en ademhaling zoeken die voor jou goed werkt. Mochten we zien dat dit niet optimaal werkt voor jou of wanneer je hierdoor gaat hyperventileren, dan leren wij je ademhalingstechnieken aan tijdens je ontsluiting. Volg je gevoel en kies een cursus die bij jou past of een andere manier van voorbereiding.
Natuurlijk kun je ook veel voorbereiding halen uit boeken of websites. Kijk uit met het gebruik van het internet! Iedereen kan iets op het internet zetten, of het nu wel of niet waar is. Ook forums kunnen er negatief overkomen. Mensen die een vervelende situatie of ervaring hebben gehad willen dit graag van zichzelf afschrijven als een stukje verwerking. Wanneer er een goede ervaring is geweest, is deze behoefte vaak niet aanwezig. Hierdoor kun je soms meer vervelende verhalen lezen dan leuke. Laat je dit niet ontmoedigen en beter: lees het niet.
Op de website www.deverloskundige.nl is veel extra informatie te lezen die te vertrouwen is.
Ter voorbereiding op je bevalling is het goed om samen met je partner te bedenken wat je wel en niet graag zou willen. Een geboorteplan zou je hierbij kunnen helpen. Dit is natuurlijk niet verplicht.
Wanneer je een geboorteplan opstelt of specifieke wensen hebt, bespreek dit dan altijd met ons. Wij kunnen samen met jullie naar je plan en/of wensen kijken en je vertellen of dit haalbaar en realistisch is.
In jouw online dossier op mijn.vanweelbethesda.nl wordt vanaf 30 weken zwangerschap een geboorteplan klaargezet. We vragen je deze thuis in te vullen, zodat we hem tijdens de controle op de praktijk bij 34 weken kunnen bespreken. Het is fijn als jouw partner mee kan komen naar deze controle.
Dit koffertje/tas moet vanaf 37 weken klaarstaan. Ook als je thuis wilt bevallen. Mocht er iets aan de hand zijn thuis en wij beslissen dat je naar het ziekenhuis moet, dan staat alles klaar.
Benodigdheden voor een bevalling in het ziekenhuis:
- Toiletartikelen;
- T-shirt/hemdje voor de bevalling;
- 2 nachthemden/pyjama/shirts;
- makkelijke broek;
- ondergoed;
- voedings-bh of strak topje;
- pantoffels of slippers;
- evt. ochtendjas;
- fototoestel/ telefoon (vergeet je oplader niet);
- id en verzekeringspasje van mama;
- 2 rompertjes voor de baby (maatje 50-56);
- 2 setjes kleertjes (maat 50-56);
- 2 mutsjes;
- sokjes;
- omslagdoek/dekentje;
- jasje;
- maxi-cosi/autostoeltje;
- Verschoning en toiletartikelen voor de partner. Neem ook wat snacks mee…
Perineummassage
Het perineum is het stukje huid tussen je vagina en anus. Tijdens het laatste stukje van je bevalling komt hier veel spanning op te staan en bestaat de kans dat dit inscheurt. Soms ontstaat er nood bij de baby en kunnen wij ervoor kiezen om je in te knippen. Wanneer het perineum soepel is, kan het meer rek hebben. Hierdoor kan de kans op inscheuren verminderen. Je kunt zelf bijdragen aan deze soepelheid door perineum massage toe te passen in je laatste weken van de zwangerschap.
De perineum massage kun je vanaf ongeveer de 34ste zwangerschapsweek eenvoudig en dagelijks toepassen om de rekbaarheid en doorbloeding van het weefsel te vergroten. Je raakt vertrouwd met het gevoel van rek en druk op het perineum. Door het perineum voor te bereiden op de uitdrijving, door dagelijks een massage van 5 à 10 minuten kan de kans op inscheuren en/of inknippen verminderen. Het wel of niet uitscheuren en inknippen heeft natuurlijk vooral ook te maken met de snelheid van jouw ontsluiting, weeën en persweeën.
Bij ontstekingen, bloedverlies en/of gebroken vliezen mag je de massage niet toepassen. Gebruik voor de massage een geschikte olie, bijvoorbeeld perineummassage olie van Weleda, verkrijgbaar bij de drogist.
Wanneer bevallen
Aan het begin van je zwangerschap is je uitgerekende datum berekend. Deze is nodig om je uitgerekende periode te weten. Je mag drie weken, dus vanaf 37 weken, voor je uitgerekende datum gaan bevallen. Mocht je vroeger gaan bevallen dan is dit een medische indicatie en moeten wij de zorg overdragen aan de gynaecoloog en moet je in het ziekenhuis bevallen. Na de 37 weken mag je bij ons bevallen en op de plaats van jouw voorkeur, thuis of het ziekenhuis. De kans dat je op je uitgerekende datum ook echt bevalt, is maar 4%. Bij een eerste kindje zien we iets vaker dat je overtijd gaat. Dit kan geen kwaad. Je mag tot maximaal 2 weken over je uitgerekende datum, overtijd. Uit onderzoek is gebleken dat de functie van de placenta na de 42 weken minder gaat worden. Dit is dan ook de reden dat we vanaf 41 weken een actief beleid gaan voeren om de bevalling op gang te krijgen.
Waar bevallen
Soms is door je medische situatie al van tevoren de plaats van de bevalling besproken. Vaker kun je zelf een keuze maken voor de plaats van bevallen. Je hoeft niets definitief vast te leggen. Dus als je toch ergens anders wilt bevallen als de weeën eenmaal begonnen zijn, dan kun je altijd nog anders beslissen.
De bevalling
Een bevalling bestaat uit verschillende fases. Hieronder kun je de verschillende fases doorlezen. Dit is een gemiddelde, natuurlijk kan dit voor iedereen afwijken en is er een verschil tussen een eerste of volgende bevalling.
Meestal begint de bevalling met weeën. 9 van de 10 keer. Soms doen die weeën meteen al pijn en volgen ze elkaar al snel op.
Maar meestal zijn ze in het begin nog kort, onregelmatig en niet zo pijnlijk. Vaak kun je gewoon doorgaan met waarmee je bezig bent.
Hooguit zul je af en toe even stilstaan omdat je iets voelt. Deze voorweeën maken de baarmoedermond alvast soepeler.
Pas als de weeën sterker en regelmatiger worden en meer pijn gaan doen en als je baarmoedermond open gaat (de ontsluiting),
is je bevalling echt begonnen. De verloskundige controleert of je ontsluiting hebt via inwendig onderzoek.
De bevalling kan zich ook aankondigen met het breken van de vliezen. Ook dan zijn sterke weeën nodig om de baarmoedermond open te maken.
Ze beginnen meestal binnen 24 uur na het breken van de vliezen.
Een wee is een samentrekking van de baarmoederspier. Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt,
erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt zo’n wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand.
In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
Daarna trekt de golf terug en voel je de pijn weer minder worden. Tussen de weeën door is er rust in je buik.
De ontsluitingsweeën zorgen ervoor dat je baarmoedermond ver genoeg open gaat (10 cm) om je kindje geboren te laten worden.
Dat wordt ontsluiting genoemd. Voor de ontsluiting zijn sterke weeën nodig. Ze duren langer (1-1,5 minuut) dan voorweeën en komen regelmatig,
zo om de 3 tot 5 minuten. Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug.
Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert.
Tijdens de laatste centimeters ontsluiting (8-10 cm) zijn ze het heftigst. De verloskundige controleert via inwendig onderzoek hoeveel centimeter ontsluiting je hebt.
Je ziet het soms op tv: een bevalling begint met het breken van de vliezen. Maar veel vaker breken de vliezen pas later.
Dat is ook goed, want de vliezen en het vruchtwater beschermen het kind en helpen mee om je baarmoedermond open te maken door de druk die ze geven.
De verloskundige zal daarom pas aan het eind van de ontsluiting je vliezen breken, als ze dan nog niet spontaan zijn gebroken.
Of soms eerder, als de weeën afzwakken of als je ontsluiting onvoldoende doorzet. Dat doet geen pijn, je voelt alleen een beetje warm water lopen.
Ook daarna maak je steeds opnieuw vruchtwater aan, zodat je kindje nooit droog ligt. Als je nog geen sterke weeën hebt, mag je niet in bad vanwege de kans op infectie.
Dit zal dan ook duidelijk aan je verteld worden. Je kindje staat nu immers in open verbinding met de buitenwereld.
Je temperatuur wordt na het breken van de vliezen gemeten om een eventuele infectie snel te ontdekken, dit geldt alleen als je nog geen weeën hebt.
Als je genoeg ontsluiting (10 cm) hebt om je kindje geboren te laten worden, gaan de ontsluitingsweeën over in persweeën.
De verloskundige zal meestal eerst een inwendig onderzoek doen om zeker te weten of de ontsluiting volledig is.
Door de grote opening van je baarmoedermond is het hoofdje naar beneden gezakt.
Op het hoogtepunt van de wee voel je dan een drang om te drukken (gelijk aan het gevoel als wanneer je ontlasting moet krijgen).
Dit is een beginnende persdrang. Je kunt het niet tegenhouden. Het geeft aan dat je kindje naar buiten kan.
De persweeën komen meestal om de 5 minuten. Ze zijn heel sterk. Tussendoor heb je net genoeg tijd om even bij te komen of weg te doezelen.
Maak je geen zorgen als je benen gaan trillen: dat komt doordat je spieren zich ontspannen, het hoort erbij…
Het einde is in zicht. Goede persweeën doen al veel werk. Je kunt nu actief mee gaan persen.
Pers tijdens een perswee met al je kracht mee richting je vagina en anus; alsof je op het toilet zit.
In het begin voel je niet altijd waar je naartoe perst. Maar als het hoofdje dieper komt,
wordt het duidelijker hoe je zo’n perswee kunt gebruiken om mee te persen.
Ook helpt de verloskundige je om je de juiste kant op de sturen.
Je kunt meekijken in de spiegel als je dat leuk vindt. Als het je eerste kindje is, duurt het vaak even voor je het hoofdje ziet.
Het komt bij elke wee een stukje verder, maar gaat ook steeds weer ietsje terug.
Het kindje is dan bezig om zijn of haar hoofdje door het geboortekanaal te draaien – dit noemen we de inwendige spildraai.
De verloskundige vertelt je wat er gebeurt en coacht je. Bij een tweede kind hoef je meestal minder lang te persen,
omdat het geboortekanaal al soepel is gemaakt door het eerste kind.
Je ziet het hoofdje dan al eerder en het komt tijdens een wee een flink stuk verder.
Een tweede of volgende kindje wordt soms zelfs in één perswee geboren.
Als het hoofdje bijna naar buiten komt, voel je het aan de onderkant tussen je vagina en anus uitrekken.
Dat kan een pijnlijk, brandend gevoel zijn. Een koude of warme washand tegen je bekkenbodem helpt.
De verloskundige geeft nu aan wat je moet doen om te voorkomen dat je inscheurt, luister dus goed!
Als het hoofdje geboren is, begeleidt de verloskundige je kind verder naar buiten.
Je hoeft dan meestal niet meer hard te persen, het lijfje volgt snel.
Even later ligt jouw kindje op je buik – een geweldig moment!
Het eerste uur blijft je kind bij jou op de borst liggen, ook als je geen borstvoeding wilt of kunt geven.
Dit is goed voor de binding tussen moeder en kind en voor de temperatuur van je kindje. Zo kunnen jullie beiden eerste even bijkomen en wennen aan elkaar.
Als de hartslag van je kind niet meer te voelen is in de navelstreng, kan die worden doorgeknipt.
We plaatsen daarvoor een navelklem of cordring. Een cordring is een klein elastisch ringetje dat de navelstreng afklemt.
Het is, in tegenstelling tot de navelklem, nauwelijks voelbaar voor je kindje. Belangrijk is dat de cordring niet altijd geplaatst kan worden.
Dit kan het geval zijn bij een dikke of juist hele smalle navelstreng.
De verloskundige zal beoordelen of de cordring veilig geplaatst kan worden. Een navelklem is altijd mogelijk.
Het wordt weer rustig in je buik. Omdat je geen weeën meer voelt, zou je bijna vergeten dat er nog een placenta (lees: nageboorte) komt.
De baarmoeder trekt samen om de placenta los te maken en om te voorkomen dat je veel bloed verliest.
Direct na de geboorte van je kind, krijg je een injectie in je bovenbeen. Dit is een medicijn dat ervoor zorgt dat je baarmoeder goed samentrekt,
zodat je placenta sneller loslaat en je minder bloed verliest. Dit is standaard.
De verloskundige houdt de navelstreng gespannen en drukt op je onderbuik om te controleren of de placenta los ligt.
Als dat zo is, vraagt ze je om nog een keer mee te persen, terwijl zij tegendruk op je buik geeft.
Meestal komen dan de placenta, de navelstreng en de vliezen naar buiten. Dat is een beetje een raar gevoel, maar doet niet echt pijn.
De baarmoeder trekt samen en voelt als een harde bal onder de navel.
Kort nadat je kindje is geboren en de placenta is geboren, zullen wij je perineum en vagina goed bekijken of je schade hebt opgelopen die we moeten hechten.
Dit doen we zo snel mogelijk na de bevalling, omdat je vaak nog veel adrenaline hebt.
Wanneer je tijdens de geboorte van je kindje bent ingescheurd of we je hebben moeten inknippen, dan zullen we dit hechten.
Ook thuis is dit geen enkel probleem – alle materialen hebben wij bij ons. Voordat we met het hechten beginnen, zullen we het verdoven.
Zodra je kindje geboren is, kijken wij goed naar je kindje. We bepalen na 1, 5, en 10 minuten de Apgar score. Hiermee bepalen we de conditie van je kindje en of hij of zij een goede start heeft. Hierbij kijken we naar de hartslag, ademhaling, kleur, reflexen en spierspanning. Wanneer het goed gaat met jou en je kindje, dan laten we je kindje het eerste uur bij jou op de borst liggen. Natuurlijk afgedroogd en lekker afgedekt onder warme doeken. Na dit uur gaan we je kindje nakijken op zichtbare lichamelijke afwijkingen en testen we een aantal reflexen. Dit onderzoek doen we bij jou op bed als je thuis bent bevallen, of onder de warme lamp op de verloskamer als je in het ziekenhuis bent. We bekijken je kindje structureel van onder naar boven. Tijdens het onderzoek vertellen we wat we doen en of er bijzonderheden zijn. Tijdens het onderzoek wordt je kindje ook gewogen, de lengte opgemeten en de schedelomtrek wordt gemeten. Aan het eind van het onderzoek krijgt je kindje nog vitamine K druppeltjes in de mond. Deze vitamine is nodig voor een goede bloedstolling en krijgt je kindje in de eerste tijd nog niet voldoende binnen. Mocht je hier bezwaar tegen hebben, geef dit dan van tevoren aan. Nadat de temperatuur bij je kindje is gemeten, zal je kindje worden aangekleed of nog even bij jou liggen
(afhankelijk van de temperatuur van je kindje en wat je zelf wilt).
Wanneer alles achter de rug is, kunnen jullie lekker gaan bijkomen en is het tijd voor felicitaties en natuurlijk beschuit met muisjes.
Afhankelijk van de bevalling, het bloedverlies en hoe je je voelt, mag je met de kraamverzorgende of kraamverpleegkundige douchen.
Voordat je gaat opfrissen, moet je wel eerst iets hebben gegeten en gedronken. Wanneer je je niet lekker voelt, dan zal de kraamzorg je helpen om op bed op te frissen.
Natuurlijk wil je familie of vrienden op de hoogte stellen van de geboorte van jullie kindje. Dit moment is hier het geschiktst voor.
Je weet dat je alles van de bevalling achter de rug hebt en je weet hoe het met je kindje gaat. Doe het rustig aan met uitnodigen van bezoek,
je hebt net een bevalling achter de rug en jullie moeten beide ook nog wennen aan de nieuwe situatie.
Omgaan met pijn
Dat een bevalling pijn doet, is niet moeilijk voor te stellen. Je lichaam maakt een belangrijk proces door, waarbij jouw kindje geboren zal gaan worden. Hierbij zullen de weeën (samentrekkingen van de baarmoeder) voor pijnklachten zorgen. De duur en de ernst van de pijn tijdens een bevalling wisselen. Meestal neemt de pijn toe naarmate de ontsluiting vordert. De pijn is voornamelijk onder in de buik aanwezig en wordt soms als rugpijn gevoeld. Ook de pijn tijdens het persen verschilt: soms is het een opluchting om mee te mogen persen, soms doet persen juist meer pijn of wordt het ervaren als een andere pijn.
Ademhalings- en ontspanningsoefeningen kunnen helpen de weeën op te vangen. Dit kun je al tijdens de zwangerschap in verschillende cursussen leren. Door geconcentreerd weeën weg te zuchten, kom je in een ritme waarbij het lichaam zelf stoffen aanmaakt die een pijnstillend effect hebben: endorfine (een lichaamseigen morfineachtig stofje). Angst of spanning belemmert de aanmaak van endorfines. Daarom is het belangrijk zo ontspannen en comfortabel mogelijk te zijn tijdens je bevalling.
Er zijn veel dingen die je zelf kunt doen. Denk aan een warme douche, bad of kruik en massage van je onderrug. Probeer andere houdingen tijdens het opvangen van de weeën. Dit bevordert ook de snelheid van de ontsluiting positief. Afleiding kan helpen om beter met de pijn om te gaan. Kijk bijvoorbeeld tv of zet je favoriete muziek op.
Gebruik de pauzes tussen de weeën om te ontspannen. Je bent weer een stukje dichter bij de geboorte van je kind. Blijf positief denken. Vraag je verloskundige, je partner of iemand anders die bij je is om je aan te moedigen en te ondersteunen tijdens de weeën.
Info over pijnstilling Pijnbehandeling zonder medicijnen – de Verloskundige (KNOV)
Tijdens de controle rond 34 weken zullen we de bevalling met je bespreken en hierbij ook informatie meegeven over pijn en hoe je hiermee om kunt gaan. Hierbij worden ook de pijnstillingsmogelijkheden besproken die in het ziekenhuis mogelijk zijn. In Dirksland zijn de ruggenprik en het pompje met Remifentanyl beschikbaar. Deze bevatten medicijnen, en hebben dus voor- en nadelen voor jou en je kind. Bedenk altijd dat het goed moet gaan met jou en je kind voordat je pijnstilling kunt krijgen. Ook ligt het eraan hoever je in je bevalling bent en welke vorm van pijnstilling je dan kunt krijgen.