Jullie kraamtijd
De kraamtijd is een periode van herstel voor je lichaam; zowel je zwangerschap als je bevalling zijn een belasting voor je lichaam geweest. Vaak moet je wennen aan het nieuwe leven met een kind.
Voor je kindje was de bevalling ook een spannende gebeurtenis.
Je kindje moet wennen aan het leven buiten je buik en moet leren drinken aan de borst of uit de fles.
Voor hem zijn deze dagen dus ook heel belangrijk.
De eerste 8 tot 10 dagen na de bevalling worden het kraambed genoemd. Het kraambed breng
je in principe thuis door. Soms moet je door omstandigheden eerst een aantal dagen in het ziekenhuis doorbrengen,
bijvoorbeeld bij complicaties bij jou of je kindje. Als er geen medische noodzaak is begeleiden wij samen
met een kraamverzorgende je kraambed. Wij hebben daarin de eindverantwoordelijkheid. Als er complicaties optreden zal de kraamverzorgende altijd met ons overleggen. Zo nodig overleggen wij met de gynaecoloog of kinderarts.
Mocht er iets aan de hand zijn wat je niet vertrouwd of je ongerust maakt buiten de tijden dat de kraamverzorgende er is,
dan kun je contact met ons opnemen: 06-52691350
Kraamzorg
Een kraamverzorgende komt ons bij de bevalling ’thuis’ assisteren. In het ziekenhuis zal een kraamverpleegkundige van het ziekenhuis ons assisteren. Wanneer je eind van de dag naar huis gaat, dan krijg je de volgende ochtend pas kraamzorg.
In het filmpje zie je ‘eerste tips’ voor als je thuis komt met je kindje.
Na de bevalling zorgt de kraamverzorgende nog ongeveer een week (in ieder geval tot en met de achtste dag) voor jou en je kindje. Ze controleert of het goed gaat met jullie beiden en geeft veel informatie over de verzorging. Ook begeleidt ze je bij het geven van borst- of kunstvoeding. Als je thuis bent in je kraamtijd, voert ze ook een aantal huishoudelijke taken uit. Signaleert de kraamverzorgende problemen dan overlegt ze dit met ons.
Wanneer het nodig is kan de verloskundige extra dagen/ uren kraamzorg geven. Dit bijvoorbeeld bij problemen met de borstvoeding of wanneer het herstel langzamer gaat dan verwacht.
De eerste weken van je kind
Het stukje navelstreng aan de buik van je kindje blijft dicht zitten door de navelklem. De aderen in de navelstomp groeien snel dicht. Het navelstompje droogt uit en valt er vanzelf af, meestal aan het eind van de eerste week. Soms kan het iets langer duren wanneer de navelstomp iets dikker is.
Het navelstompje en het plekje, wat achterblijft als het navelstompje eraf is gevallen, kunnen een beetje vies ruiken, maar dat kan in principe geen kwaad. Je kunt het voorzichtig schoonmaken met een watje of wattenstaafje met een beetje alcohol. De kraamverzorgende zal je precies laten zien hoe de verzorging in zijn werk gaat.
Soms komt een navelbreukje voor. Dit is een kleine openingin in de buikwand, waardoor soms een bobbel naar buiten kan puilen. Dit gebeurt vooral wanneer de baby zich inspant, huilt of perst bij het poepen. Je kunt de bult zelf terug naar binnen duwen. Een navelbreukje verdwijnt meestal vanzelf rond het derde levensjaar en heeft niets te maken met het afnavelen na de bevalling.
Tijdens de controles op het consultatiebureau zal de arts of de verpleegkundige hier ook naar kijken. Heb je twijfels of vragen hierover stel deze dan daar. Is de breuk na 3 jaar nog niet verdwenen of heeft je kindje er veel last van, bespreek dit dan op het consultatiebureau of ga langs de huisarts. Het moet dan mogelijk operatief verholpen worden door middel van een kleine ingreep.
Het is de bedoeling dat je kindje binnen ongeveer 24 uur gaat plassen. Vervolgens zal je kindje iedere dag ongeveer 6 keer plassen.
Wanneer je kindje te weinig vocht/voeding binnen krijgt kan het zijn dat hij uraten gaat plassen, dit is sterk geconcentreerde urine die in de luier als een roze-oranje verkleuring te zien is. Dit komt vaak voor tijdens de eerste week na de geboorte. Deze verkleuring verdwijnt vanzelf wanneer je kindje goed gaat drinken en daardoor meer gaat plassen.
De eerste poepluier moet je kindje binnen 48 uur produceren. De eerste poep van je kindje heet meconium en ziet er zwart uit en is plakkerig. Door de eerste dagen de billetjes goed in te smeren met vaseline of billen crème kan deze meconium gemakkelijk van de huid geveegd worden. Wanneer je kindje goed gaat drinken zal de poep via bruin en groen (overgangsontlasting) uiteindelijk naar geel verkleuren.
Je kindje zal ongeveer 1 poepluier per dag hebben, maar het kan soms ook 2-3 dagen duren voor de volgende. Dit kan geen kwaad indien je kindje geen koorts, opgezette buik of huilerig is.
Het gewicht wordt direct na de geboorte bepaald. Tijdens het kraambed wordt de baby in principe elke dag gewogen.
Ondanks dat je kindje goed drinkt, is het heel normaal dat het de eerste dagen wat afvalt. Het gewicht mag tot maximaal 10% van het geboortegewicht dalen, wat overigens door veel kinderen niet gehaald wordt.
Op de vierde dag na de bevalling bereikt de baby meestal het laagste gewicht om vervolgens weer te gaan groeien.
Een baby groeit gemiddeld ongeveer 20 tot 50 gram per dag en het mag 2-3 weken duren voor het geboortegewicht weer is bereikt. De meeste baby’s bereiken hun geboortegewicht in de tweede week na de geboorte.
Wanneer je kindje meer dan 7% afvalt dan zal er al actie worden ondernomen. Wanneer deze grens bereikt is zal de kraamverzorgende contact met ons opnemen voor aanvullende tips en welke acties er genomen moeten worden. Zo komt het maar weinig voor dat een kindje echt afvalt tot 10%.
Ongeveer 50% van alle kinderen wordt in de week na de geboorte een beetje geel. In je buik heeft het kindje veel rode bloedcellen nodig om zuurstof te transporteren.
Zodra je kindje geboren is, gaat het zelf ademen en heeft het deze rode bloedcellen niet meer allemaal nodig. Het teveel aan rode bloedcellen wordt afgebroken. Hierbij komt een afvalstof vrij, bilirubine.
Omdat je kindje nog niet altijd even goed in staat is om deze afvalstoffen kwijt te raken, wordt de bilirubine in de huid opgeslagen. Hierdoor kan het een beetje geel gaan zien. Dat is heel normaal en trekt in de eerste twee weken vanzelf weer weg.
Elke dag wordt de kleur van je kindje gecontroleerd door de kraamverzorgster. Gaat je kindje erg geel zien en wordt het er erg suf van, dan kunnen we beslissen dat er onderzoek moet plaats vinden (met wat druppeltjes bloed uit het hieltje). Is de bloedwaarde te hoog dan is behandeling noodzakelijk en wordt je kindje opgenomen in het ziekenhuis.
Afhankelijk van de bloeduitslagen wordt je kindje meestal behandeld door het onder ‘de blauwe lamp’ te leggen. Deze lamp zorgt ervoor dat je kindje de afvalstoffen sneller kan verwerken.
Baby’s hebben extra vitamine D en K nodig als ze borstvoeding krijgen. Na de geboorte krijgt je kindje van de verloskundige vitamine K druppels in het mondje, dit is voldoende voor de eerste week. Vanaf een leeftijd van 8 dagen tot hun vierde jaar hebben kinderen extra vitamine D nodig. Geadviseerd wordt om een kindje 10 microgram extra vitamine D per dag te geven. Tot en met een leeftijd van drie maanden (12 weken) is een supplement met 150 microgram vitamine K per dag nodig. Het lichaam maakt zelf vitamine K in de darmen, maar bij baby’s tot drie maanden gebeurt dit nog niet voldoende. Vitamine K en D zijn bij de drogist verkrijgbaar.
Ook baby’s die kunstvoeding of opvolgmelk gebruiken, hebben dagelijks een supplement met 10 microgram vitamine D nodig. Wanneer je kunstvoeding geeft, is extra vitamine K niet nodig, dit zit voldoende in de kunstvoeding verwerkt.
De hielprik is een landelijke screening (onderzoek) bij alle pasgeborenen rond de 4e dag na de geboorte. Met een prikje in de hiel van je kindje worden een aantal druppels bloed afgenomen. Dit bloed wordt onderzocht op een groot aantal (stofwisselings-) ziekten of dragerschap van deze ziekten. Deze ziekten komen maar weinig voor. Ze zijn meestal goed te behandelen, maar kunnen wel ernstige gevolgen hebben wanneer deze niet op tijd behandeld wordt. Binnen 4 weken ontvang je de uitslag per post.
De taalontwikkeling bij een kind begint al op zeer jonge leeftijd. Om met taal in aanraking te komen is een goed gehoor van belang. Daarom wordt rond de 4e dag na de geboorte een gehoortest (gehoorscreening) gedaan. Dit is een vrij eenvoudige test waarbij het kindje een klein dopje in beide oren krijgt. Dit dopje zendt geluidsgolven uit naar het gehoororgaan dat vervolgens weer signalen terugstuurt. Het apparaatje meet deze signalen.
Het komt soms voor dat de test niet in een keer lukt. Vaak is vocht in het oortje de oorzaak. De test wordt een aantal dagen later herhaald. Is de test voor een of beide oortjes niet geslaagd, dan volgt er via het consultatiebureau een verwijzing voor verder onderzoek in een audiologisch centrum.
Link naar folder RIVM: Hielprik en gehoortest bij pasgeborenen | Prenatale en neonatale screeningen (pns.nl)
Na de kraamperiode
Aan het einde van het kraambed wordt de zorg voor je kindje overgedragen aan het consultatiebureau, ook wel centrum voor jeugd en gezin (CJG) genoemd. Wij sluiten de zorg voor jou dan ook af. Heb je na die tijd nog vragen of problemen met betrekking tot je herstel, dan mag je daarvoor natuurlijk nog steeds contact opnemen met ons. Voor overige klachten kun je contact opnemen met je huisarts.
Nacontrole
De nacontrole vindt 6 weken na je bevalling plaats. Wanneer je onder onze leiding bent bevallen (thuis of in het ziekenhuis) dan kom je bij ons ook op nacontrole. In de tweede of derde week na je bevalling mag je de assistente bellen tijdens werkdagen tussen 9- 12 uur op het telefoonnummer 0181-307000. De nacontrole vindt plaats op de praktijk. Meestal kom je bij de verloskundige die bij je bevalling was, wil je liever bij een van de anderen dan mag dat natuurlijk ook.
Wanneer je in het ziekenhuis bent bevallen met een verloskundige van daar of de gynaecoloog, dan zul je een nacontrole afspraak meekrijgen uit het ziekenhuis. Heb je hier geen behoefte aan en wil je liever bij ons, dan mag dat. Bel dan wel even de afspraak in het ziekenhuis af.
Tijdens de nacontrole bespreken we je bevalling nogmaals. Ook bespreken we hoe het gaat met jou en je kindje. Zo nodig doen we nog een paar onderzoeken, zoals bijvoorbeeld je bloeddruk of ijzergehalte. Je kunt natuurlijk vragen stellen en we bespreken hoe je de zorg van ons hebt ervaren.
Is er iets waar je tegenaan bent gelopen of wat je vervelend vond, dan horen we dit graag van je, zodat we dit voor de toekomst kunnen veranderen. Verder krijg je informatie over anticonceptie en adviezen voor een eventuele volgende zwangerschap. We vinden het leuk als je kindje meekomt, maar dit is niet verplicht.
Kraampakket voor het goede doel!
FAQ
Water en met name zwemwater bevatten bacteriën. Deze kunnen een infectie in je baarmoeder veroorzaken. We adviseren je om pas in bad of naar een zwembad te gaan als het bloedverlies na de bevalling een aantal dagen helemaal gestopt is. Na de bevalling zit er in de baarmoederwand een wond van de placenta. Het bloedverlies betekent dat deze wond nog niet helemaal genezen is. Het bloedverlies na de bevalling kan en mag 6 weken duren. Vaak is het voor die tijd al gestopt. Mocht het na 6 weken niet gestopt zijn, neem dan even contact op met ons.
Afhankelijk van het herstel na de bevalling kun je na een aantal weken weer langzaam beginnen met sporten. Bouw dit langzaam op en luister goed naar je lichaam. Kies in het begin voor sporten die je bekken niet te zwaar belasten, zoals fietsen of zwemmen. Heb je tijdens de zwangerschap veel last gehad van je bekken, overleg dan eventueel met je fysiotherapeut wat zijn/haar adviezen zijn.
De schuine buikspieren mag je al snel na de bevalling weer gaan trainen. Voorkom blessures en wacht met de rechte buikspieren tot 6 weken na de bevalling. Pas dan liggen deze spieren weer op hun eigen plek. Bouw ook deze oefeningen langzaam op.
In principe mag je na de kraamweek met je kindje naar buiten. Het hangt af van het seizoen (zomer/winter) wat daarin geadviseerd wordt. Ook is het afhankelijk van de grootte van je kindje. Kinderen met een laag geboortegewicht hebben vaak meer moeite om op temperatuur te blijven. Heeft jouw kindje nog veel moeite om op temperatuur te blijven, probeer het naar buiten gaan dan te beperken. Een te lage lichaamstemperatuur betekent namelijk veel verlies van energie en daarmee minder groei.
Vooral in de winter kun je twijfelen of je je kindje voldoende warm hebt ingepakt. Meet dan de temperatuur vlak voordat je weg gaat en vrij snel als je weer thuis bent. Je ziet dan of het is afgekoeld of mooi stabiel is gebleven. In de winter kan het ook zinvol zijn om de Maxi Cosi of wandelwagen voor te verwarmen met een kruik. Je kindje komt dan lekker warm te liggen en dat scheelt in het wel of niet afkoelen tijdens de wandeling. Haal de kruik er altijd weer uit voordat je op pad gaat en laat hem niet bij je kind in de wandelwagen liggen.
Nee, dit is niet normaal. In de eerste weken na je bevalling is je bekkenbodem slapper dan voorheen. De spieren hebben ruimte moeten maken voor je kindje en hebben misschien wel schade ondervonden door het inscheuren of een knip. Tijdens je kraamperiode krijg je al tips voor bekkenbodemspier oefeningen van de kraamverzorgende. Soms kan het zijn dat je een beetje urine verliest wanneer je bijvoorbeeld iets tilt of moet niezen. In de eerste weken mag dit, maar er moet wel een stijgende lijn zijn in het herstel. Tijdens de nacontrole zullen we je ook vragen hoe dit gaat. Mocht je na 3 maanden na je bevalling nog steeds last hebben van ongewenst urineverlies, trek dan aan de bel en doe er iets mee. Door middel van bekkenbodemoefeningen die je van de bekkenbodemfysiotherapeute kan krijgen kun je deze klachten verminderen en zelf verhelpen. Doe je dit niet, dan kun je er heel je leven last van blijven houden en vaak verergeren de klachten wanneer je de overgang in gaat.
Voor hulp van de bekkenbodemfysiotherapeute, Shannon Welgraaf, kun je contact opnemen met haar. Zij werkt bij fysiopraktijk Weeda van den Berg: Shannon Welgraaf-van Buren | Weeda van den Berg Fysiopraktijken
Haring 2
3225 XE Hellevoetsluis
Herman Heijermansstraat 1
3221 VK Hellevoetsluis
bekkenfysiotherapie@live.nl
0181 39 00 86
06 127 099 49
Schaam je niet om hulp te vragen voor dit probleem, het is wel je toekomst!
Ons advies is om in ieder geval te wachten met vrijen totdat het bloedverlies volledig gestopt is. In de tijd dat je nog bloedverlies of bruinige afscheiding hebt, is de wond in je baarmoeder nog aan het genezen. Wanneer dit genezen is, is de kans op ontsteking van je baarmoeder voorbij. Dit kan 6 weken duren, vaak is dit ook de tijd waarin je eventuele wond bij je vagina weer volledig geneest.
De eerste keer dat je weer gaat vrijen na je bevalling is voor jou en je partner ongetwijfeld spannend. Je lichaam heeft immers flink wat veranderingen ondergaan in de afgelopen maanden. Wellicht vraag je je af of seks pijn kan gaan doen of dat je vrijen met je partner misschien heel anders zal ervaren.
Hieronder een paar tips:
- Wees eerlijk tegen jezelf en je partner als je het spannend vindt om weer te vrijen. Voor je partner kan het immers ook moeilijk zijn om de eerste stap weer te nemen. Samen kunnen jullie vast tot een goede oplossing komen. Praat er vooral over. Dan weten jullie allebei van elkaar hoe jullie erover denken. Zorg ervoor dat je tijd voor elkaar maakt.
- Wanneer je borstvoeding geeft komt het vaak voor dat je vagina minder vochtig wordt tijdens het vrijen. Dit komt door je hormonen en dit wordt vanzelf weer normaal na je borstvoedingsperiode. Eventueel zouden jullie ervoor kunnen kiezen om een glijmiddel te gebruiken. Glijmiddel op waterbasis geeft minder snel irritaties. Bij de drogist is bijvoorbeeld het glijmiddel KY gel verkrijgbaar (blauw met wit doosje), maar een ander merk mag natuurlijk ook.
- Wanneer je tijdens je borstvoedingsperiode opgewonden raakt, kan het zijn dat je borsten gaan lekken. Schrik hier niet van, dit komt door de hormonen.
- Als je een wond bij je vagina gehad hebt kan het litteken soms iets stugger aanvoelen in de eerste maanden. Na verloop van tijd wordt dit soepeler. Je kunt eventueel perineumolie van Weleda op je litteken masseren. Verkrijgbaar bij de drogist. Hierdoor wordt het iets sneller soepel. Je kunt door te vrijen niet je litteken beschadigen.
- Ga na het vrijen eerst een keer plassen voordat je gaat slapen, dit verkleint de kans op het krijgen van een blaasontsteking.
Mocht je na verloop van tijd pijnklachten ervaren tijdens of na het vrijen, stel jezelf dan de volgende vragen: Ben je goed ontspannen tijdens het vrijen? Is je vagina vochtig genoeg? Waar ervaar je de pijn?
Heb je stappen ondernomen om de pijn te voorkomen? Heb je geen blaasontsteking of een schimmelinfectie? Treedt er geen verbetering op, neem dan contact op met je huisarts.
In het kraambed controleren wij en de kraamverzorgende of alles goed gaat met je kindje. Aan het einde van het kraambed vindt er een overdracht plaats door de kraamverzorgende naar de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau. De wijkverpleegkundige komt in de tweede of derde week na je bevalling bij je op bezoek aan huis. Dit bezoek is erop gericht om kennis te maken en uitleg te geven over de functie en ondersteuning van het consultatiebureau. Je ontvangt dan ook de belangrijke telefoonnummers voor advies, de uitleg over het inloopspreekuur en het groeiboekje van je kindje.
Het consultatiebureau houdt de eerste levensjaren de groei en ontwikkeling van je kind in de gaten. De eerste 6 maanden ga je elke maand op controle, daarna worden de controles minder vaak. Met alle vragen over groei, ontwikkeling, vaccinaties, voeding en vitaminen kun je bij het consultatiebureau terecht. Voor meer acute zorg ga je naar de huisarts. Op het inloopspreekuur kun je terecht voor tussentijdse vragen en advies en je kunt je kindje laten wegen. (kijk op de website van het CJG voor de juiste inloop tijden).
Adres:
CJG Hellevoetsluis
Vliet 2, 3224 HE Hellevoetsluis
Tel: 088-20 10 000
Website: www.cjghellevoetsluis.nl
EHBO cursussen aan baby’s en kinderen – Rode Kruis Rode Kruis
Hier zijn EHBO-cursussen te vinden vanaf €17,50. Deze is online. Daarnaast zijn er verschillende fysieke cursussen beschikbaar.