Herman Heijermansstraat 1e, Hellevoetsluis | 't Dok Medisch centrum
De verloskundigen van Hellevoetsluis - Kinderwens
Behandelkamer-Verloskundigenpraktijk-2
Wachtkamer-Verloskundigenpraktijk-Hellevoetsluis-en-Huisartsenpraktijk-Hellevoetsluis-west

Jullie kraamtijd

De kraamtijd is een periode van herstel voor je lichaam; zowel je zwangerschap als je bevalling zijn een belasting voor je lichaam geweest. Vaak moet je wennen aan het nieuwe leven met een kind.

Voor je kindje was de bevalling ook een spannende gebeurtenis.
Je kindje moet wennen aan het leven buiten je buik en moet leren drinken aan de borst of uit
 de fles.
Voor hem zijn deze dagen dus ook heel belangrijk.

De eerste 8 tot 10 dagen na de bevalling worden het kraambed genoemd. Het kraambed breng
je in principe thuis door. Soms moet je door omstandigheden eerst
een aantal dagen in het ziekenhuis doorbrengen,
bijvoorbeeld bij complicaties bij jou of je kindje. Als er geen medische noodzaak is begeleiden wij samen
met een kraamverzorgende je kraambed. Wij hebben daarin de eindverantwoordelijkheid. Als er complicaties optreden zal de kraamverzorgende altijd met ons overleggen. Zo nodig overleggen wij met de gynaecoloog of kinderarts.

Mocht er iets aan de hand zijn wat je niet vertrouwd of je ongerust maakt buiten de tijden dat de kraamverzorgende er is,
dan kun je contact met ons opnemen: 06-52691350

Kraamzorg

Een kraamverzorgende komt ons bij de bevalling ’thuis’ assisteren. In het ziekenhuis zal een kraamverpleegkundige van het ziekenhuis ons assisteren. Wanneer je eind van de dag naar huis gaat, dan krijg je de volgende ochtend pas kraamzorg.

In het filmpje zie je ‘eerste tips’ voor als je thuis komt met je kindje.

Na de bevalling zorgt de kraamverzorgende nog ongeveer een week (in ieder geval tot en met de achtste dag) voor jou en je kindje. Ze controleert of het goed gaat met jullie beiden en geeft veel informatie over de verzorging. Ook begeleidt ze je bij het geven van borst- of kunstvoeding. Als je thuis bent in je kraamtijd, voert ze ook een aantal huishoudelijke taken uit. Signaleert de kraamverzorgende problemen dan overlegt ze dit met ons.

Wanneer het nodig is kan de verloskundige extra dagen/ uren kraamzorg geven. Dit bijvoorbeeld bij problemen met de borstvoeding of wanneer het herstel langzamer gaat dan verwacht.

De eerste weken van je kind

Het stukje navelstreng aan de buik van je kindje blijft dicht zitten door de navelklem. De aderen in de navelstomp groeien snel dicht. Het navelstompje droogt uit en valt er vanzelf af, meestal aan het eind van de eerste week. Soms kan het iets langer duren wanneer de navelstomp iets dikker is.

Het navelstompje en het plekje, wat achterblijft als het navelstompje eraf is gevallen, kunnen een beetje vies ruiken, maar dat kan in principe geen kwaad. Je kunt het voorzichtig schoonmaken met een watje of wattenstaafje met een beetje alcohol. De kraamverzorgende zal je precies laten zien hoe de verzorging in zijn werk gaat.

Soms komt een navelbreukje voor. Dit is een kleine openingin in de buikwand, waardoor soms een bobbel naar buiten kan puilen. Dit gebeurt vooral wanneer de baby zich inspant, huilt of perst bij het poepen. Je kunt de bult zelf terug naar binnen duwen. Een navelbreukje verdwijnt meestal vanzelf rond het derde levensjaar en heeft niets te maken met het afnavelen na de bevalling.

Tijdens de controles op het consultatiebureau zal de arts of de verpleegkundige hier ook naar kijken. Heb je twijfels of vragen hierover stel deze dan daar. Is de breuk na 3 jaar nog niet verdwenen of heeft je kindje er veel last van, bespreek dit dan op het consultatiebureau of ga langs de huisarts. Het moet dan mogelijk operatief verholpen worden door middel van een kleine ingreep.

Een normale temperatuur van je kindje ligt tussen de 36,5°C en 37,5°C. Als de temperatuur naar 36,5°C neigt is het vaak voldoende om je kindje een muts op te zetten, een extra kruik of dekentje erbij te leggen. Neigt de temperatuur meer naar 37,5°C, zet de muts dan af en haal eventuele extra dekens en/of de kruik weg. Zo daalt de temperatuur naar rond 37°C. De kraamverzorgster zal je extra tips geven hoe je het beste je kindje op een goede temperatuur kan houden. Als de temperatuur onder de 36°C of boven de 38°C komt en je bovenstaande tips al hebt geprobeerd, neem dan contact met ons op. Heeft je kindje koorts nadat wij je kraambed hebben afgesloten, neem dan contact op met je huisarts of de huisartsenpost buiten werktijden.

Het is de bedoeling dat je kindje binnen ongeveer 24 uur gaat plassen. Vervolgens zal je kindje iedere dag ongeveer 6 keer plassen.

Wanneer je kindje te weinig vocht/voeding binnen krijgt kan het zijn dat hij uraten gaat plassen, dit is sterk geconcentreerde urine die in de luier als een roze-oranje verkleuring te zien is. Dit komt vaak voor tijdens de eerste week na de geboorte. Deze verkleuring verdwijnt vanzelf wanneer je kindje goed gaat drinken en daardoor meer gaat plassen.

De eerste poepluier moet je kindje binnen 48 uur produceren. De eerste poep van je kindje heet meconium en ziet er zwart uit en is plakkerig. Door de eerste dagen de billetjes goed in te smeren met vaseline of billen crème kan deze meconium gemakkelijk van de huid geveegd worden. Wanneer je kindje goed gaat drinken zal de poep via bruin en groen (overgangsontlasting) uiteindelijk naar geel verkleuren.

Je kindje zal ongeveer 1 poepluier per dag hebben, maar het kan soms ook 2-3 dagen duren voor de volgende. Dit kan geen kwaad indien je kindje geen koorts, opgezette buik of huilerig is.

Het gewicht wordt direct na de geboorte bepaald. Tijdens het kraambed wordt de baby in principe elke dag gewogen.

Ondanks dat je kindje goed drinkt, is het heel normaal dat het de eerste dagen wat afvalt. Het gewicht mag tot maximaal 10% van het geboortegewicht dalen, wat overigens door veel kinderen niet gehaald wordt.

Op de vierde dag na de bevalling bereikt de baby meestal het laagste gewicht om vervolgens weer te gaan groeien.

Een baby groeit gemiddeld ongeveer 20 tot 50 gram per dag en het mag 2-3 weken duren voor het geboortegewicht weer is bereikt. De meeste baby’s bereiken hun geboortegewicht in de tweede week na de geboorte.

Wanneer je kindje meer dan 7% afvalt dan zal er al actie worden ondernomen. Wanneer deze grens bereikt is zal de kraamverzorgende contact met ons opnemen voor aanvullende tips en welke acties er genomen moeten worden. Zo komt het maar weinig voor dat een kindje echt afvalt tot 10%.

Ongeveer 50% van alle kinderen wordt in de week na de geboorte een beetje geel. In je buik heeft het kindje veel rode bloedcellen nodig om zuurstof te transporteren.

Zodra je kindje geboren is, gaat het zelf ademen en heeft het deze rode bloedcellen niet meer allemaal nodig. Het teveel aan rode bloedcellen wordt afgebroken. Hierbij komt een afvalstof vrij, bilirubine.

Omdat je kindje nog niet altijd even goed in staat is om deze afvalstoffen kwijt te raken, wordt de bilirubine in de huid opgeslagen. Hierdoor kan het een beetje geel gaan zien. Dat is heel normaal en trekt in de eerste twee weken vanzelf weer weg.

Elke dag wordt de kleur van je kindje gecontroleerd door de kraamverzorgster. Gaat je kindje erg geel zien en wordt het er erg suf van, dan kunnen we beslissen dat er onderzoek moet plaats vinden (met wat druppeltjes bloed uit het hieltje). Is de bloedwaarde te hoog dan is behandeling noodzakelijk en wordt je kindje opgenomen in het ziekenhuis.

Afhankelijk van de bloeduitslagen wordt je kindje meestal behandeld door het onder ‘de blauwe lamp’ te leggen. Deze lamp zorgt ervoor dat je kindje de afvalstoffen sneller kan verwerken.

Baby’s hebben extra vitamine D en K nodig als ze borstvoeding krijgen. Na de geboorte krijgt je kindje van de verloskundige vitamine K druppels in het mondje, dit is voldoende voor de eerste week. Vanaf een leeftijd van 8 dagen tot hun vierde jaar hebben kinderen extra vitamine D nodig. Geadviseerd wordt om een kindje 10 microgram extra vitamine D per dag te geven. Tot en met een leeftijd van drie maanden (12 weken) is een supplement met 150 microgram vitamine K per dag nodig. Het lichaam maakt zelf vitamine K in de darmen, maar bij baby’s tot drie maanden gebeurt dit nog niet voldoende. Vitamine K en D zijn bij de drogist verkrijgbaar.

Ook baby’s die kunstvoeding of opvolgmelk gebruiken, hebben dagelijks een supplement met 10 microgram vitamine D nodig. Wanneer je kunstvoeding geeft, is extra vitamine K niet nodig, dit zit voldoende in de kunstvoeding verwerkt.

De hielprik is een landelijke screening (onderzoek) bij alle pasgeborenen rond de 4e dag na de geboorte. Met een prikje in de hiel van je kindje worden een aantal druppels bloed afgenomen. Dit bloed wordt onderzocht op een groot aantal (stofwisselings-) ziekten of dragerschap van deze ziekten. Deze ziekten komen maar weinig voor. Ze zijn meestal goed te behandelen, maar kunnen wel ernstige gevolgen hebben wanneer deze niet op tijd behandeld wordt. Binnen 4 weken ontvang je de uitslag per post.

De taalontwikkeling bij een kind begint al op zeer jonge leeftijd. Om met taal in aanraking te komen is een goed gehoor van belang. Daarom wordt rond de 4e dag na de geboorte een gehoortest (gehoorscreening) gedaan. Dit is een vrij eenvoudige test waarbij het kindje een klein dopje in beide oren krijgt. Dit dopje zendt geluidsgolven uit naar het gehoororgaan dat vervolgens weer signalen terugstuurt. Het apparaatje meet deze signalen.

Het komt soms voor dat de test niet in een keer lukt. Vaak is vocht in het oortje de oorzaak. De test wordt een aantal dagen later herhaald. Is de test voor een of beide oortjes niet geslaagd, dan volgt er via het consultatiebureau een verwijzing voor verder onderzoek in een audiologisch centrum.

Link naar folder RIVM: Hielprik en gehoortest bij pasgeborenen | Prenatale en neonatale screeningen (pns.nl)

navelstompje
kraamperiode-hielprik

Kraamperiode
van de moeder

Kraamperiode
van de moeder

Borstvoeding

Borstvoeding

Kunstvoeding

Kunstvoeding

Na de kraamperiode

Aan het einde van het kraambed wordt de zorg voor je kindje overgedragen aan het consultatiebureau, ook wel centrum voor jeugd en gezin (CJG) genoemd. Wij sluiten de zorg voor jou dan ook af. Heb je na die tijd nog vragen of problemen met betrekking tot je herstel, dan mag je daarvoor natuurlijk nog steeds contact opnemen met ons. Voor overige klachten kun je contact opnemen met je huisarts.

Nacontrole

De nacontrole vindt 6 weken na je bevalling plaats. Wanneer je onder onze leiding bent bevallen (thuis of in het ziekenhuis) dan kom je bij ons ook op nacontrole. In de tweede of derde week na je bevalling mag je de assistente bellen tijdens werkdagen tussen 9- 12 uur op het telefoonnummer 0181-307000. De nacontrole vindt plaats op de praktijk. Meestal kom je bij de verloskundige die bij je bevalling was, wil je liever bij een van de anderen dan mag dat natuurlijk ook.

Wanneer je in het ziekenhuis bent bevallen met een verloskundige van daar of de gynaecoloog, dan zul je een nacontrole afspraak meekrijgen uit het ziekenhuis. Heb je hier geen behoefte aan en wil je liever bij ons, dan mag dat. Bel dan wel even de afspraak in het ziekenhuis af.

Tijdens de nacontrole bespreken we je bevalling nogmaals. Ook bespreken we hoe het gaat met jou en je kindje. Zo nodig doen we nog een paar onderzoeken, zoals bijvoorbeeld je bloeddruk of ijzergehalte. Je kunt natuurlijk vragen stellen en we bespreken hoe je de zorg van ons hebt ervaren.

Is er iets waar je tegenaan bent gelopen of wat je vervelend vond, dan horen we dit graag van je, zodat we dit voor de toekomst kunnen veranderen. Verder krijg je informatie over anticonceptie en adviezen voor een eventuele volgende zwangerschap. We vinden het leuk als je kindje meekomt, maar dit is niet verplicht.

Kraampakket voor het goede doel!

Heb je na je kraamtijd nog producten uit je kraampakket over? Gooi dit dan niet weg, maar schenk het aan een goed doel. Je kunt je artikelen die je over hebt uit je kraampakket, en nog in een dichte verpakking zitten, aan ons geven tijdens je nacontrole of langsbrengen op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur. Wij zullen ervoor zorgen dat het terechtkomt bij een goed doel.

FAQ

Water en met name zwemwater bevatten bacteriën. Deze kunnen een infectie in je baarmoeder veroorzaken. We adviseren je om pas in bad of naar een zwembad te gaan als het bloedverlies na de bevalling een aantal dagen helemaal gestopt is. Na de bevalling zit er in de baarmoederwand een wond van de placenta. Het bloedverlies betekent dat deze wond nog niet helemaal genezen is. Het bloedverlies na de bevalling kan en mag 6 weken duren. Vaak is het voor die tijd al gestopt. Mocht het na 6 weken niet gestopt zijn, neem dan even contact op met ons.

Afhankelijk van het herstel na de bevalling kun je na een aantal weken weer langzaam beginnen met sporten. Bouw dit langzaam op en luister goed naar je lichaam. Kies in het begin voor sporten die je bekken niet te zwaar belasten, zoals fietsen of zwemmen. Heb je tijdens de zwangerschap veel last gehad van je bekken, overleg dan eventueel met je fysiotherapeut wat zijn/haar adviezen zijn.
De schuine buikspieren mag je al snel na de bevalling weer gaan trainen. Voorkom blessures en wacht met de rechte buikspieren tot 6 weken na de bevalling. Pas dan liggen deze spieren weer op hun eigen plek. Bouw ook deze oefeningen langzaam op.

In principe mag je na de kraamweek met je kindje naar buiten. Het hangt af van het seizoen (zomer/winter) wat daarin geadviseerd wordt. Ook is het afhankelijk van de grootte van je kindje. Kinderen met een laag geboortegewicht hebben vaak meer moeite om op temperatuur te blijven. Heeft jouw kindje nog veel moeite om op temperatuur te blijven, probeer het naar buiten gaan dan te beperken. Een te lage lichaamstemperatuur betekent namelijk veel verlies van energie en daarmee minder groei.

Vooral in de winter kun je twijfelen of je je kindje voldoende warm hebt ingepakt. Meet dan de temperatuur vlak voordat je weg gaat en vrij snel als je weer thuis bent. Je ziet dan of het is afgekoeld of mooi stabiel is gebleven. In de winter kan het ook zinvol zijn om de Maxi Cosi of wandelwagen voor te verwarmen met een kruik. Je kindje komt dan lekker warm te liggen en dat scheelt in het wel of niet afkoelen tijdens de wandeling. Haal de kruik er altijd weer uit voordat je op pad gaat en laat hem niet bij je kind in de wandelwagen liggen.

Nee, dit is niet normaal. In de eerste weken na je bevalling is je bekkenbodem slapper dan voorheen. De spieren hebben ruimte moeten maken voor je kindje en hebben misschien wel schade ondervonden door het inscheuren of een knip. Tijdens je kraamperiode krijg je al tips voor bekkenbodemspier oefeningen van de kraamverzorgende. Soms kan het zijn dat je een beetje urine verliest wanneer je bijvoorbeeld iets tilt of moet niezen. In de eerste weken mag dit, maar er moet wel een stijgende lijn zijn in het herstel. Tijdens de nacontrole zullen we je ook vragen hoe dit gaat. Mocht je na 3 maanden na je bevalling nog steeds last hebben van ongewenst urineverlies, trek dan aan de bel en doe er iets mee. Door middel van bekkenbodemoefeningen die je van de bekkenbodemfysiotherapeute kan krijgen kun je deze klachten verminderen en zelf verhelpen. Doe je dit niet, dan kun je er heel je leven last van blijven houden en vaak verergeren de klachten wanneer je de overgang in gaat.

Voor hulp van de bekkenbodemfysiotherapeute, Shannon Welgraaf, kun je contact opnemen met haar. Zij werkt bij fysiopraktijk Weeda van den Berg: Shannon Welgraaf-van Buren | Weeda van den Berg Fysiopraktijken

Haring 2
3225 XE Hellevoetsluis
Herman Heijermansstraat 1
3221 VK Hellevoetsluis
bekkenfysiotherapie@live.nl
0181 39 00 86
06 127 099 49

Schaam je niet om hulp te vragen voor dit probleem, het is wel je toekomst!

Ons advies is om in ieder geval te wachten met vrijen totdat het bloedverlies volledig gestopt is. In de tijd dat je nog bloedverlies of bruinige afscheiding hebt, is de wond in je baarmoeder nog aan het genezen. Wanneer dit genezen is, is de kans op ontsteking van je baarmoeder voorbij. Dit kan 6 weken duren, vaak is dit ook de tijd waarin je eventuele wond bij je vagina weer volledig geneest.

De eerste keer dat je weer gaat vrijen na je bevalling is voor jou en je partner ongetwijfeld spannend. Je lichaam heeft immers flink wat veranderingen ondergaan in de afgelopen maanden. Wellicht vraag je je af of seks pijn kan gaan doen of dat je vrijen met je partner misschien heel anders zal ervaren.

Hieronder een paar tips:

  • Wees eerlijk tegen jezelf en je partner als je het spannend vindt om weer te vrijen. Voor je partner kan het immers ook moeilijk zijn om de eerste stap weer te nemen. Samen kunnen jullie vast tot een goede oplossing komen. Praat er vooral over. Dan weten jullie allebei van elkaar hoe jullie erover denken. Zorg ervoor dat je tijd voor elkaar maakt.
     
  • Wanneer je borstvoeding geeft komt het vaak voor dat je vagina minder vochtig wordt tijdens het vrijen. Dit komt door je hormonen en dit wordt vanzelf weer normaal na je borstvoedingsperiode. Eventueel zouden jullie ervoor kunnen kiezen om een glijmiddel te gebruiken. Glijmiddel op waterbasis geeft minder snel irritaties. Bij de drogist is bijvoorbeeld het glijmiddel KY gel verkrijgbaar (blauw met wit doosje), maar een ander merk mag natuurlijk ook.
     
  • Wanneer je tijdens je borstvoedingsperiode opgewonden raakt, kan het zijn dat je borsten gaan lekken. Schrik hier niet van, dit komt door de hormonen.
     
  • Als je een wond bij je vagina gehad hebt kan het litteken soms iets stugger aanvoelen in de eerste maanden. Na verloop van tijd wordt dit soepeler. Je kunt eventueel perineumolie van Weleda op je litteken masseren. Verkrijgbaar bij de drogist. Hierdoor wordt het iets sneller soepel. Je kunt door te vrijen niet je litteken beschadigen.
     
  • Ga na het vrijen eerst een keer plassen voordat je gaat slapen, dit verkleint de kans op het krijgen van een blaasontsteking.
     

Mocht je na verloop van tijd pijnklachten ervaren tijdens of na het vrijen, stel jezelf dan de volgende vragen: Ben je goed ontspannen tijdens het vrijen? Is je vagina vochtig genoeg? Waar ervaar je de pijn?

Heb je stappen ondernomen om de pijn te voorkomen? Heb je geen blaasontsteking of een schimmelinfectie? Treedt er geen verbetering op, neem dan contact op met je huisarts.

In het kraambed controleren wij en de kraamverzorgende of alles goed gaat met je kindje. Aan het einde van het kraambed vindt er een overdracht plaats door de kraamverzorgende naar de wijkverpleegkundige van het consultatiebureau. De wijkverpleegkundige komt in de tweede of derde week na je bevalling bij je op bezoek aan huis. Dit bezoek is erop gericht om kennis te maken en uitleg te geven over de functie en ondersteuning van het consultatiebureau. Je ontvangt dan ook de belangrijke telefoonnummers voor advies, de uitleg over het inloopspreekuur en het groeiboekje van je kindje.
Het consultatiebureau houdt de eerste levensjaren de groei en ontwikkeling van je kind in de gaten. De eerste 6 maanden ga je elke maand op controle, daarna worden de controles minder vaak. Met alle vragen over groei, ontwikkeling, vaccinaties, voeding en vitaminen kun je bij het consultatiebureau terecht. Voor meer acute zorg ga je naar de huisarts. Op het inloopspreekuur kun je terecht voor tussentijdse vragen en advies en je kunt je kindje laten wegen. (kijk op de website van het CJG voor de juiste inloop tijden).

Adres:

CJG Hellevoetsluis
Vliet 2, 3224 HE Hellevoetsluis
Tel: 088-20 10 000
Website:
www.cjghellevoetsluis.nl

banner-ehbo

EHBO cursussen aan baby’s en kinderen – Rode Kruis Rode Kruis

Hier zijn EHBO-cursussen te vinden vanaf €17,50. Deze is online. Daarnaast zijn er verschillende fysieke cursussen beschikbaar.

Geboorteaangifte

Na de geboorte van de baby, doe je aangifte in de gemeente waar het kind geboren is. Dit moet binnen drie dagen (niet 3 werkdagen!) bij de afdeling burgerzaken. Op zaterdag, zondag of een nationale feestdag kan je geen aangifte doen. Je krijgt dan 1 werkdag extra de tijd. Doe je later aangifte, dan wordt dit gemeld bij het Openbaar Ministerie en kun je een boete krijgen. 

De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een geboorteakte op. In de geboorteakte staan de voornaam of voornamen en de achternaam van je kind. Ook de namen van de ouders, de geboortedatum, -tijd en -plaats staan hierin. Als je wilt, kun je ter plekke een afschrift van de geboorteakte kopen.

Wanneer de aangifte van de geboorte verwerkt is krijg je via de gemeente van je woonplaats het burgerservicenummer van je kind opgestuurd. Geef dit nummer door aan je zorgverzekering zodra het binnen is. Jouw kind is tot 18 jaar gratis meeverzekerd met moeder of vader.

Je mag aangifte doen van de geboorte wanneer je de vader of moeder bent van het kind, je was bij de geboorte aanwezig, je bent bewoner van het huis waar het kind is geboren of een hulpverlener die bij de geboorte aanwezig was.

Je moet het volgende meenemen:

  • Een geldig identiteitsbewijs van de aangever;
  • een geldig identiteitsbewijs van de moeder;
  • een medische verklaring/ verslag van bevalling (deze ontvang je van het ziekenhuis als je medisch of poliklinisch bevalt en van ons als je thuis bevalt);
  • eventueel het trouwboekje;
  • eventueel een kopie van de akte van erkenning en naamskeuze van het ongeboren kind.


Bevallen na een donorzwangerschap:
De moeder en partner die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, nemen een verklaring mee van Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting als de donor anoniem is.

Keuze achternaam:
Je kunt een eerste kind de achternaam van de partner of moeder geven. Als je meer kinderen krijgt binnen de relatie, zullen die dezelfde achternaam krijgen als het eerste kind. 

Vanaf 1 januari 2024 kan je het eerste kind ook een dubbele achternaam geven, van elke ouder 1 naam. Is je oudste kind geboren na 31 december 2015? Dan kun je ook dit kind en alle volgende kinderen een dubbele achternaam geven. Je hebt tot 1 januari 2025 de tijd om de achternaam te veranderen.

Aangifte kan digitaal via de gemeente website gedaan worden, mits jullie beiden een DigiD inlog hebben. 

Gemeente Voorne aan Zee: (thuis geboren)
Oostzanddijk 26
3221 AL Hellevoetsluis
www.voorneaanzee.nl
tel: 14 0181

Gemeente Goeree-Overflakkee: (geboren in Dirksland ziekenhuis)
Koningin Julianaweg 45
3241 XB Middelharnis
tel: 14 0187
www.goeree-overflakkee.nl

Beladvies

In de volgende gevallen bel altijd de spoedlijn: 06-52691350.

Vóór 37 weken:

  • Bloedverlies of vruchtwaterverlies;
  • Regelmatige, harde buiken die pijn doen;

Na 37 weken:

  • Helderrood bloedverlies: Slijmerig bruin bloedverlies of roze afscheiding is normaal. Bewaar je verbandje).
  • Vruchtwaterverlies: Vang wat op in een potje of kraamverband en bewaar dat!
  • Als het vruchtwater groen of donkerbruin is, dan moet je direct bellen. Ook als je twijfelt over de kleur!
  • Bij helder (wit/kleurloos/lichtroze) vruchtwater. In de nacht hoef je niet meteen te bellen, maar laat het ons wel de volgende ochtend weten voor 10.00 uur. Dan komen we in de visite ronde bij je langs voor controle. Kijk altijd even hoe laat het was dat je vliezen braken. We wachten af of je weeën gaan starten, hier wachten we 24 uur op. Ben je onrustig na het breken van je vliezen en wil je ons even spreken, bel dan gerust!
  • Is je kindje nog niet goed ingedaald, dan vertellen we je dit tijdens het spreekuur. Wanneer dit het geval is, dan moet je ons ook direct bellen bij gebroken vliezen.
  • Weeën:
    • Als je voor de eerste keer gaat bevallen, bel je ons als je gedurende twee uur regelmatige weeën hebt die elke vier-vijf minuten terugkomen en dan een minuut aanhouden.
    • Als je al eerder bevallen bent, bel je ons, als je zelf het idee hebt dat je weeën steeds sterker en regelmatiger worden, en je iemand nodig hebt. Meestal heb je dan wel een uur weeën om de vier- vijf minuten gehad.

 

Bij twijfel, ongerustheid of minder leven voelen 🡪 bel ons altijd!

Overige methodes

Barrièremethoden

De betrouwbaarheid van een barrièremethode is sterk afhankelijk van een juist gebruik, maar altijd lager dan de betrouwbaarheid van de hiervoor genoemde anticonceptiemiddelen. De meest bekende barrièremethode is het condoom voor de man. Naast het condoom voor de man bestaat er ook een vrouwencondoom. Ook kan de vrouw kiezen voor een pessarium (caya.eu) of zogenaamd portiokapje de FemCap. Deze barrièremethoden worden net als het condoom geplaatst voordat je geslachtsgemeenschap hebt. Om de betrouwbaarheid van deze middelen te verhogen, is het verstandig om tijdens het gebruik ook een zaaddodende crème of pasta te gebruiken. Belangrijk om te weten: alleen het condoom beschermt tegen soa’s.

Definitieve methoden

Sterilisatie van de man of vrouw is een definitieve vorm van anticonceptie die doorgaans alleen wordt toegepast als je geen kinderen (meer) wilt. Er bestaan verschillende methoden van sterilisatie bij de vrouw. In principe ben je na sterilisatie dus blijvend onvruchtbaar. Veel vrouwen die kiezen voor een sterilisatie, denken dat dit de meest zekere methode is om geen kinderen (meer) te krijgen. Toch biedt een sterilisatie geen 100% garantie om nooit meer zwanger te worden, hoewel de kans op zwangerschap zeer klein is. Belangrijk om te weten is dat er langwerkende alternatieven zijn voor sterilisatie, die even betrouwbaar of soms zelfs meer betrouwbaar zijn dan sterilisatie. Deze alternatieve anticonceptiemethoden zijn bovendien wel omkeerbaar, zodat je je vruchtbaarheid weer terugkrijgt wanneer je ermee stopt. Alternatieven zijn het anticonceptiestaafje en de spiraal. Wanneer je voor een sterilisatie kiest dan zullen wij de vrouwen doorverwijzen naar de gynaecoloog en de mannen naar de huisarts, deze zal dan doorverwijzen naar de uroloog.

Anticonceptie zonder hormonen

Koperspiraal 

Het koperspiraaltje is een T-vormig stukje plastic met een koperdraadje eromheen, dat in de baarmoeder geplaatst wordt. Een koperspiraal biedt net als het anticonceptiestaafje en het hormoonspiraaltje voor meerdere jaren bescherming tegen zwangerschap. De koperspiraal T-Safe is het meest gebruikte koperspiraal en biedt direct na plaatsing maximaal 10 jaar bescherming tegen zwangerschap. Voor vrouwen met een kleine baarmoeder < 6 cm is een korter spiraal beschikbaar onder de naam Multi-Safe short. Dit is van tevoren niet bekend, maar wij hebben altijd een Multi-Safe short op voorraad liggen. Wanneer er dan tijdens de plaatsing blijkt dat je een kleinere baarmoeder hebt, dan kan alsnog de plaatsing doorgaan.

Voor meer informatie over de T-Safe: https://t-safe.nl/informatiefolder-t-safe/. Ook in ander talen beschikbaar. Na het verwijderen van een koperspiraal ben je direct weer vruchtbaar.

koperspiraal

Hormoonspiralen

Hormoonspiralen, genaamd Mirena en Kyleena, zijn net als de Implanon en de spiraal zonder hormonen (koperspiraal) een betrouwbare anticonceptiemethode waarbij je voor meerdere jaren niet meer aan je anticonceptie hoeft te denken. Mirena kan 8 jaar in de baarmoeder blijven zitten en Kyleena kan 5 jaar in de baarmoeder blijven zitten.

Net als de pil bevat de hormoonspiraal een hormoon waarvan de werking op het baarmoederslijmvlies te vergelijken is met die van progesteron (een hormoon dat door het eigen lichaam wordt gemaakt).

Levonorgestrel, het hormoon in hormoonspiralen, wordt continu toegediend en zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies in een rustfase komt zodat het niet meer reageert op oestrogenen. Hierdoor wordt het baarmoederslijmvlies niet of minder opgebouwd en worden de bloedingen veel lichter en ook minder pijnlijk.

De werking van hormoonspiralen is gebaseerd op de volgende effecten:

  • Het slijm dat zich in het baarmoederhalskanaal bevindt wordt taaier, waardoor zaadcellen er moeilijker doorheen kunnen.
  • Door de afgifte van het hormoon levonorgestrel in de baarmoeder kunnen zaadcellen hier niet normaal bewegen en functioneren. Dit verkleint de kans op een bevruchting.
  • Het baarmoederslijmvlies (dit is de binnenbekleding van de baarmoeder) wordt niet of nauwelijks opgebouwd. Hierdoor kan, als er toch een bevruchting plaatsvindt, een bevrucht eitje zich niet innestelen.
  • Door de aanwezigheid van een vreemd voorwerp in de baarmoeder (de spiraal zelf) kan een eitje dat eventueel is bevrucht zich niet innestelen.
  • Bij sommige vrouwen wordt de eisprong (ovulatie) onderdrukt. Als er geen eitje vrijkomt, kan er geen bevruchting plaatsvinden.

Als gevolg van deze meervoudige werking van hormoonspiralen wordt zwangerschap voorkomen en zal het bloedverlies tijdens je menstruatie geleidelijk aan, in het algemeen in ongeveer drie maanden, sterk verminderen.

Verschil tussen Mirena en Kyleena: 

  • De hoeveelheid Levonorgestrel (Mirena 52 mg, Kyleena 19,5 mg)
    • Levonorgestrel zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies niet meer of in mindere mate wordt aangemaakt. Doordat Mirena meer hormoon bevat is de kans dus groter dat je daarmee niet meer of heel weinig gaat menstrueren. Beide zijn even veilig. 
  • De grootte van de spiraal (Mirena 32×32 mm en Kyleena 28×30 mm)
    • Kyleena is dus iets smaller. Dit maakt het inbrengen van de spiraal bij dames die nog nooit bevallen zijn net iets makkelijker. 

Voor meer informatie: bijsluiter Mirena 

Zie Spiraal plaatsing voor meer informatie over het plaatsen van de spiraal. Dit wordt bij ons op de praktijk gedaan door Willie, Jorieke en Diane.

Belangrijk om te weten is dat het hormoonspiraal geen stopweek heeft. Dit betekent dat je zelf geen invloed kunt uitoefenen op de timing van je menstruatie omdat je deze niet kunt overslaan, verschuiven of uitstellen. Bovendien is goed om te weten dat bij gebruik van de hormoonspiraal je menstruatie kan veranderen of zelfs helemaal kan wegblijven. Bij 20-30% van de vrouwen ontwikkelt een situatie waarbij ze helemaal geen menstruatie meer heeft. De overige vrouwen hebben een vermindering van hun menstruatie.

Na het verwijderen van een hormoonspiraal ben je direct weer vruchtbaar.

Implantatiestaafje - implanon

Het anticonceptiestaafje, Implanon NXT, biedt 3 jaar bescherming tegen zwangerschap. Implanon bevat maar 1 hormoon, een progestageen.

Implanon is een anticonceptiemethode waarbij je voor meerdere jaren niet meer aan je anticonceptie hoeft te denken. Het staafje zit onzichtbaar in je bovenarm (binnenkant) en is zo ontworpen dat deze continu een lage hormoondosis afgeeft aan je lichaam. Dit is een geleidelijke hormoonafgifte zonder dagelijkse pieken en dalen.

Het inbrengen van het staafje gebeurt bij ons op de praktijk en is een korte handeling. Je hoeft alleen je arm te ontbloten. Na een plaatselijke verdoving wordt het staafje net onder de huid van je bovenarm ingebracht met behulp van een apparaatje wat het staafje al bevat. Het staafje zit vervolgens onzichtbaar, maar wel voelbaar in je bovenarm en je bent 3 jaar beschermd tegen zwangerschap.

De Implanon wordt na 3 jaar weer verwijderd. Ook hiervoor krijg je eerst een plaatselijke verdoving. Als je dat wilt, kan er meteen een nieuw staafje worden ingebracht voor de volgende 3 jaar. Om het staafje te verwijderen krijg je een klein sneetje van een halve centimeter in je arm, dit hoeft niet gehecht te worden. Een hechtpleister is voldoende.

Belangrijk om te weten is dat het anticonceptiestaafje geen stopweek heeft. Dit betekent dat je zelf geen invloed kunt uitoefenen op de timing van je menstruatie omdat je deze niet kunt overslaan, verschuiven of uitstellen. Bovendien is goed om te weten dat bij gebruik van het anticonceptiestaafje je menstruatie kan veranderen of zelfs helemaal kan wegblijven. Ruim 20% van de vrouwen heeft helemaal geen menstruatie meer na het inbrengen van het staafje, ruim 30% heeft minder vaak een menstruatie dan voorheen, bij de overige 50% blijft het gelijk en heel soms iets ruimer.

Prikpil

De prikpil is een betrouwbare vorm van anticonceptie waarbij één injectie per 12 weken voldoende is voor bescherming tegen zwangerschap. De injectie wordt iedere keer bij ons of bij de huisarts gegeven.

De prikpil biedt het gemak dat je maar één keer per 12 weken aan je anticonceptie hoeft te denken. Je moet er bij gebruik van de prikpil echter wel rekening mee houden dat het terugkeren van de vruchtbaarheid een jaar of soms nog langer kan duren. Ook wanneer je klachten van de prikpil hebt, zal je moeten wachten totdat de hormonen zijn uitgewerkt, aangezien je de hormonen na de injectie niet uit je lichaam kunt verwijderen. De prikpil bevat maar 1 hormoon, een progestageen.

Belangrijk om te weten is dat de prikpil geen stopweek heeft. Dit betekent dat je zelf geen invloed kunt uitoefenen op de timing van je menstruatie omdat je deze niet kunt overslaan, verschuiven of uitstellen. Bovendien is goed om te weten dat bij gebruik van de prikpil je menstruatie kan veranderen of zelfs helemaal kan wegblijven. Vooral als je pas begint met de prikpil kunnen onregelmatige en wat langer durende bloedingen ontstaan. Als je de prikpil langer dan zes maanden blijft gebruiken, vermindert de kans op onregelmatige bloedingen en neemt de kans op het helemaal wegblijven van de menstruatie toe.

Omdat verlies van botdichtheid kan optreden bij vrouwen van alle leeftijden bij gebruik van de prikpil, zullen we een inschatting maken van de risico’s en voordelen. Als alle andere anticonceptiemiddelen minder geschikt blijken te zijn voor jouw situatie, dan is de prikpil een optie. Het botverlies neemt toe bij een langere gebruiksduur van de prikpil. In het algemeen herstelt het bot zich weer in ieder geval gedeeltelijk na het stoppen met de prikpil. Het wordt aangeraden tijdens het gebruik van de prikpil voldoende calcium en vitamine D te nemen.

Pleister - Evra

De anticonceptiepleister Evra is een wekelijkse anticonceptiemethode en kan bijvoorbeeld een uitkomst zijn voor vrouwen die de pil vergeten en/of liever geen maandelijkse ring in de vagina willen dragen. Evra bevat twee soorten hormonen, te vergelijken met de combinatiepil.

Net als bij de pil en de maandelijkse ring gebruik je Evra 3 weken, gevolgd door een stopweek van maximaal 7 dagen. Een pleister werkt 1 week, wat betekent dat per cyclus drie keer een pleister moet worden geplakt op dezelfde dag van de week als de dag waarop je bent begonnen. Het is belangrijk dat je de anticonceptiepleister elke week op dezelfde dag vervangt, omdat de pleister is ontworpen om gedurende 7 dagen te werken. Evra kan op een schoon, droog, intact en gezond stukje huid van billen, romp, bovenarm of buik worden geplakt, maar niet op de borsten. Om huidirritatie zo veel mogelijk te vermijden, kun je het beste steeds een andere plaats kiezen. De pleister moet stevig aangedrukt worden tot de randen goed hechten. Je kunt met Evra je menstruatie overslaan, uitstellen of verschuiven.

De anticonceptiepleister is bestand tegen aanraking met water. Rondom de pleister mogen echter geen crème, olie, lotion, poeder of make-up worden gebruikt omdat de pleister daardoor los zou kunnen raken. Ook mag Evra niet extra worden vastgeplakt met een gewone pleister of tape. Als de anticonceptiepleister toch geheel of gedeeltelijk loslaat, moet je binnen 24 uur een nieuwe pleister plakken. Het wordt aangeraden om elke dag te kijken of de pleister nog goed vastzit.

Vaginale ring - Nuvaring

Nuvaring is een maandelijkse anticonceptiemethode. Het is een ring die je in je vagina plaatst. Bij deze maandelijkse methode hoef je dus niet elke dag aan je anticonceptie te denken, maar je behoudt wel zelf de controle over het inbrengen. Dankzij die controle kun je met de anticonceptiering je menstruatie (stopweek) ook overslaan, uitstellen of verschuiven. Nuvaring bevat twee soorten hormonen, te vergelijken met de combinatiepil.

 

Het inbrengen van de ring is vergelijkbaar met het inbrengen van een tampon. Eenmaal geplaatst, vormt de ring zich volgens de contouren van de vaginale wand. De ring is gemaakt van zacht, flexibel materiaal. Het ontwerp van de ring bevordert dat de ring er niet kan uitvallen en dat je de ring niet zult voelen.

Combinatie- en minipil

Er zijn veel verschillende soorten anticonceptiepillen met allemaal verschillende hormonen. Je hebt de keuze uit:

  • De combinatiepil: Pil met zowel oestrogeen en progestageen hormoon.
  • De minipil: Pil met alleen progestageen.


Het oestrogeen hormoon zorgt voor een voorspelbare menstruatie. Het progestageen zorgt ervoor dat je niet zwanger wordt.

Bij de combinatiepillen kan er onderscheid worden gemaakt tussen éénfase, drie fasen en vier fasen pillen. Dit heeft te maken met de hormonale samenstelling van de pillen. Bij de éénfase pillen is de hormonale samenstelling iedere week gelijk. De drie fase pillen zijn iedere week verschillend van samenstelling, en bij de vier fasen pillen verandert de hormonale samenstelling zelfs 4 keer. Het doel hiervan is om de normale cyclus van de vrouw zo goed mogelijk na te bootsen. De éénfase pil wordt het meest voorgeschreven, omdat er dan minder schommeling van de hormonen is.

De meeste pillen hebben 21 pillen per strip. Deze slik je gedurende 3 weken en daarna heb je een stopweek. In de stopweek ben je ongesteld. Ook in de stopweek ben je beschermd tegen zwangerschap. Je kunt met de combinatiepil je stopweek en dus je menstruatie ook overslaan door meteen na de vorige strip, door te gaan met de volgende strip. Ook het verschuiven van de stopweek, bijvoorbeeld omdat je op vakantie gaat, is mogelijk met de anticonceptiepil.

Er zijn echter ook anticonceptie pillen zonder stopweek, dus met 28 pillen per strip. Ook de pil zonder oestrogeen (Cerazette) bevat 28 pillen per strip, waarna je direct start met een nieuwe strip. Cerazette bevat 28 werkzame tabletten, je kunt niet je menstruatie verschuiven of overslaan.

De pil moet je elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip innemen, in de volgorde die op de strip staat aangegeven. Om de kans op het vergeten van de pil zo klein mogelijk te maken, kan het helpen om een vast tijdstip aan te houden voor het slikken van de pil. Als je borstvoeding geeft en de pil wilt slikken, is de Cerazette de eerste keuze.

Klachtenregeling

Procedure

Bespreek je klacht met je verloskundige

Zit je met vragen? Met twijfels? Ben je ergens ontevreden over?
Vertel het je verloskundige. De verloskundige neemt graag de tijd om rustig met je te praten.

Schakel een klachtenfunctionaris in

Wil je meer weten over je rechten of wil je advies?
Lukt het niet om er samen met de verloskundige uit te komen?
Of wil je hulp bij het indienen van een klacht?
Neem dan contact op met de klachtenfunctionaris waarbij je verloskundige is aangesloten.
De klachtenfunctionarissen zijn onpartijdig. Alles wat je de klachtenfunctionaris vertelt, is
vertrouwelijk.

Neem contact op met een klachtenfunctionaris via klachtverloskunde.nl.

De verloskundige probeert, eventueel samen met de klachtenfunctionaris, je klacht binnen zes weken af te handelen.

Als je er met de verloskundige en de bemiddeling van de klachtenfunctionaris niet uit komt, kun je je klacht voorleggen aan de Geschilleninstantie Verloskunde.
Deze onafhankelijke instantie onderzoekt en beoordeelt of je klacht gegrond is. Zij doet hierover een bindende uitspraak.

www.geschilleninstantieverloskunde.nl

Beroepsgeheim en gebruik gegevens

Wij hebben een beroepsgeheim en zullen dus nooit zonder jouw toestemming anderen informatie over je verstrekken.
Alle gegevens die door ons verzameld worden in de loop van je zwangerschap, bevalling en kraambed, worden 20 jaar opgeslagen en beveiligd bewaard.

Deze gegevens worden vooral bewaard om ze weer te kunnen gebruiken bij een eventuele volgende zwangerschap.

Daarnaast kunnen ze gebruikt worden door derden (verloskundigen, gynaecologen) met het doel kwaliteit van de verloskundige zorg te kunnen beoordelen en te verbeteren. Om dezelfde reden worden je gegevens ook aan de Landelijke Verloskundige Registratie en Audit geleverd. In deze gevallen worden de gegevens altijd anoniem gemaakt. Dit wil zeggen dat op geen enkele manier is na te gaan van wie de specifieke gegevens zijn. Wij doen dit om je privacy en ook die van de verloskundigen in deze praktijk te beschermen.

Als je er bezwaar tegen hebt, dat je gegevens voor wetenschappelijk onderzoek, registratie en audit worden gebruikt, vragen wij je dit bij ons te melden. Wij zullen je gegevens dan alleen opslaan en bewaren voor onze eventuele zorg aan jou en niet als materiaal voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, registratie en audit.

Bij het kennismakingsgesprek (intake) krijg je een formulier om te ondertekenen betreft het delen en opvragen van je medische gegevens.
Mochten er vragen hierover zijn, dan is daar de ruimte om dit te bespreken.

Studenten in de praktijk

Het vak van verloskundige is iets wat je niet alleen uit de boeken kunt leren, maar waar je vooral in de praktijk ervaring in op moet doen.
Wij zijn als praktijk verbonden aan de Verloskunde Academie Rotterdam, onderdeel van Hogeschool Rotterdam.
Een aantal weken in het jaar bieden wij een stage plaats aan een student.
Onder onze supervisie voert de student het gesprek, voert onderzoeken uit of geeft je begeleiding tijdens de controle, de bevalling en kraamperiode.
Alles afhankelijk van het niveau van de student.
Mocht je daar bezwaar tegen hebben, geef dit dan aan bij één van de verloskundigen.
 
Via onze social media houden we je op de hoogte wanneer er een student in de praktijk meeloopt.

Centering zwangerschap

Een andere vorm van zorg voor zwangeren is Centering Pregnancy. Een leerzame en gezellige manier om informatie te krijgen en delen in de zwangerschap. Je volgt de bijeenkomsten in een groep van 8 – 10 zwangeren, van ongeveer dezelfde zwangerschapsduur. De bijeenkomsten vinden plaats in de wachtkamer ruimte van de praktijk (na sluitingstijd). Elke bijeenkomst duurt 2 uur. We beginnen met de individuele controles, hierbij zijn je partner en evt. kinderen welkom. Daarna gaan we samen een aantal onderwerpen bespreken. Er is ruim de tijd om je vragen te stellen. In de zwangerschap plannen we 9 bijeenkomsten. Extra controles en echo’s worden apart van de Centering bijeenkomsten gepland. Vanaf 37 weken zwangerschap kom je wekelijks op controle bij andere collega’s op het reguliere spreekuur. Na de bevalling volgt nog een laatste bijeenkomst, waarbij we de Centering afsluiten. Bij een aantal bijeenkomsten is ook je partner welkom. We gaan dan de bevalling bespreken. 

Verloskundigenpraktijk Hellevoetsluis - Zwanger - Centering Pregnacy

Als we opstarten met een nieuwe groep ontvang je hierover informatie tijdens de eerste zwangerschapscontroles. Je krijgt dan een persoonlijke uitnodiging om na te denken over deelname. 

De Centering bijeenkomsten worden begeleid door Sofia Bekker (verloskundige) en Willemijn Schotte (praktijkassistente)

Verloskundige Sofia

Praktijkassistente Willemijn

Pijnbehandeling met medicijnen

Er zijn verschillende medicijnen om de pijn tijdens de bevalling te verminderen. Ook de manieren om deze toe te dienen zijn anders. De volgende behandelingen zijn er:

  • een ruggenprik (epidurale analgesie)
  • een infuus met remifentanil
  • een injectie met pethidine.

Al deze middelen zijn thuis niet beschikbaar. De pijnstillers kun je alleen in het ziekenhuis krijgen.

Bijwerkingen
Bij een ruggenprik, remifentanil pompje en pethidine injectie worden opiaten gebruikt. Dit zijn sterke pijnstillers. Opiaten hebben bijwerkingen en daarom zijn meestal extra controles nodig. Denk hierbij aan metingen van je hartslag, bloeddruk en ademhaling. Ook wordt de hartslag van de baby in de gaten gehouden met een cardiotocogram (CTG).

Ruggenprik
Een ruggenprik wordt geplaatst in je onderrug door de anesthesioloog. Er wordt een combinatie van verschillende pijnstillende medicijnen gebruikt. De anesthesioloog brengt, nadat eerst je huid verdoofd is, onder in je rug een naald aan. Daarbij moet je je rug bol maken en zoveel mogelijk stil liggen of zitten. Via de naald wordt een dun, soepel slangetje in de epidurale ruimte gebracht. De epidurale ruimte is de ruimte rondom het ruggenmergvlies, waarin het ruggenmerg loopt. In het ruggenmerg lopen zenuwen die het gevoel vanuit je onderlichaam doorgeven aan je hersenen. Als deze zenuwen worden uitgeschakeld door de verdovingsvloeistof voel je de pijn van de weeën niet meer. De naald wordt weggehaald, het slangetje blijft zitten zodat tijdens de hele bevalling pijnstillende medicijnen toegediend kunnen worden. Binnen 15 minuten voel je dat de pijn een stuk minder wordt.

Injecties met pethidine
Pethidine wordt toegediend via een injectie in je bil of bovenbeen. Pethidine lijkt op morfine. Het werkt binnen een half uur en het effect houdt 2 tot 4 uur aan. Pethidine wordt tegenwoordig minder vaak gebruikt dan vroeger. Tijdens de bevalling worden vaker andere manieren van pijnstilling gebruikt. Pethidine wordt soms wel gegeven als je pijnlijke weeën hebt maar de bevalling toch nog niet echt begonnen lijkt.

Pompje met remifentanil
Remifentanil is een morfineachtige stof (opiaat) die wordt toegediend via een infuus. Er wordt een speciale infuuspomp gebruikt: de PCA pomp. Dit staat voor Patient Controlled Analgesia, wat betekent dat je zelf met een drukknop de hoeveelheid medicatie kunt bepalen die je via de infuuspomp toegediend krijgt. De pomp is zo ingesteld dat je jezelf nooit te veel kunt geven. Remifentanil is een goed alternatief voor een ruggenprik, als deze niet mogelijk is of als je dit niet wilt.

Op de website van ‘deverloskundige.nl‘ kun je meer informatie vinden…

Pijnbehandeling zonder medicijnen

Naast ontspanningstechnieken zijn er ook pijnstillingsmethoden zonder medicijnen die je helpen met de pijn omgaan. Deze kunnen thuis toegepast worden.

Geboorte TENS

De geboorte-TENS (Transcutane Elektrische Neuro Stimulatie) is een apparaatje waarmee je jezelf kleine stroomstootjes geeft. Je bedient het apparaatje zelf – wat je een gevoel van controle kan geven. Via elektrodes, draadjes die op je rug zijn geplakt, gaan de stroomstootjes je lichaam binnen. Dat geeft een prikkelend of tintelend gevoel, vergelijkbaar met koude handen die gaan tintelen als ze weer warm worden.

Wij hebben een TENS beschikbaar in de praktijk. Wens je hier op voorhand al gebruik van te maken, geef dit dan aan bij ons. Apparaatje is te leen, stickers zijn via ons te krijgen, zijn voor eigen kosten (10 euro).

Acupressuur

Acupressuur lijkt op acupunctuur. Alleen worden er geen naalden gebruikt, maar handen of vingers. De zorgverlener duwt zijn of haar handen en vingers op de speciale plaatsen die in verbinding staan met de plaats waar je pijn hebt.

Op de website van ‘deverloskundige.nl‘ kun je meer informatie vinden…

Poliklinisch bevallen

Ook een poliklinische bevalling begint thuis. Je overlegt met de verloskundige over het moment dat je naar het ziekenhuis gaat. Meestal is dat als de weeën goed op gang zijn gekomen en je al een aantal centimeters ontsluiting hebt. De verloskundige gaat mee naar het ziekenhuis. Een reden om poliklinisch te bevallen, is dat je je daar misschien prettiger voelt. Of misschien woon je te klein of zijn er andere hinderlijke omstandigheden waardoor thuis bevallen niet ideaal is. Bij een poliklinische bevalling ‘huur’ je als het ware een verloskamer in het ziekenhuis. Ook in het ziekenhuis komt een medewerkster van de kraamzorg komt ons helpen tijdens de bevalling. De verloskundige belt hiervoor naar de kraamzorgorganisatie.

Tijdens de ontsluitingsfase komt je verloskundige eerst een paar keer thuis kijken hoe de ontsluiting vordert. Wanneer het tijd is om naar het ziekenhuis te gaan, zal zij naar het ziekenhuis bellen. Het is de bedoeling dat je zelf voor vervoer naar het ziekenhuis zorgt. Wanneer je geen auto hebt, probeer dan iets af te spreken met vrienden/ familie of buren om te rijden. Tijdens een poliklinische bevalling beschikt de verloskundige over dezelfde instrumenten en hulpmiddelen als bij een thuisbevalling. Wanneer je poliklinisch gaat bevallen moet thuis je bed ook op klossen. Ook moet je een kraampakket in huis hebben. Poliklinisch bevallen brengt soms extra kosten met zich mee, ongeveer 350-400 euro extra (sommige aanvullende verzekeringen vergoeden dit).

Badbevalling thuis

Wanneer je voor een badbevalling kiest dan kan dit alleen thuis. Wij begeleiden je graag hierbij. Bespreek wel van tevoren of dit mogelijk is in jouw situatie, voordat je van alles gaat regelen. Een badbevalling kan heel ontspannend zijn. Het warme water heeft een rustgevende en pijnstillende functie. Je kan al tijdens de ontsluiting (vanaf 5 cm) in bad zitten, maar sommige vrouwen kiezen ervoor om alleen tijdens het persen in bad te zitten. Je kan ook het bad en bed afwisselen tijdens de ontsluiting. Dit is je eigen keuze.

Wanneer je in bad wil bevallen kan dit niet altijd in je eigen bad. Wanneer het in je eigen bad in de badkamer is, dan moet er voldoende ruimte rondom het bad zijn om bij je te komen. Ook een bad onder een schuin gedeelte van het dak is niet geschikt om in te bevallen. Bespreek altijd de situatie van je eigen bad met ons en mee een foto mee van de badkamer waar duidelijk het bad opstaat.

Er zijn een paar voorwaarden die wij stellen aan een badbevalling, deze hebben te maken met veiligheid en hygiëne:

  • Zo lang er geen bijzonderheden zijn tijdens de bevalling en wij kunnen goed de situatie inschatten, dan kan je gerust in bad bevallen. Wij blijven verantwoordelijk en daarom kan het zijn dat wij moeten beslissen dat je (even) uit bad moet komen;
  • er moet in de buurt van het bad een bed beschikbaar zijn. Beval je in de badkamer, dan een bed in de dichtstbijzijnde kamer, zodat je niet te ver hoeft te lopen. Nooit op een andere verdieping!;
  • plaats je zelf een gehuurd/gekocht bad, dan een bed in dezelfde ruimte plaatsen. Vaak lukt dit niet met je eigen 2-persoonsbed. Wij raden je dan aan om een eenpersoonsbed op klossen te zetten. Heb je deze niet of kan je deze niet lenen van familie/ vrienden, dan kun je deze lenen via de thuiszorg of www.vitaal.nl. Je bent zelf verantwoordelijk voor het regelen van het bed;
  • om je te kunnen begeleiden wanneer je in bad zit, hebben wij 2 sets extra lange steriele handschoenen nodig in maat 7. Deze moeten door jou aangeschaft worden en dit kan bij de apotheek (let op: soms moeten ze besteld worden);
  • tijdens je bevalling kan het zijn dat je wat bloedstolseltjes, slijm of ontlasting verliest. Dit is volledig normaal. Om dit uit het badwater te halen heb je een klein schepnetje nodig. Soms worden deze al bij een huur of koopbad geleverd. Anders voldoet een klein schepnetje bij de dierenwinkel (voor vissen);
  • verder is het van belang dat alles klaar staat, net als bij een thuisbevalling. Als extra is het handig om een stapel handdoeken klaar te leggen.

Zie voor meer informatie of het huren/kopen van een bevalbad, kijk op http://bevallingsbaden.nl

Thuis bevallen

Gedurende de zwangerschap wordt er een risico-inschatting gemaakt voor de bevalling. Wanneer de zwangerschap zonder problemen is verlopen en er verder geen bijzonderheden zijn, dan kun je ervoor kiezen om thuis te bevallen. Op het moment dat de bevalling begonnen is, komt een van ons thuis bij je kijken. We doen uitwendig onderzoek van je buik, luisteren naar de harttonen van het kindje en onderzoeken je inwendig. Zo kunnen we je vertellen waar je staat in je bevalling. 

Wanneer er problemen dreigen te ontstaan, wordt overleg gepleegd met de gynaecoloog. Als het nodig is wordt de zorg in het ziekenhuis voortgezet.
De zorg die je nodig hebt, is 24 uur per dag, 7 dagen per week en overal beschikbaar. Dit systeem van hooggekwalificeerde service is uniek in de wereld. 

Thuis ben je in je eigen omgeving en hebben jij en je partner meer controle over de bevalling. Zo bepaal je zelf de omstandigheden waarin je wilt bevallen en ben je in een vertrouwde omgeving. De ontsluiting gaat sneller als je je veilig en prettig voelt. Een thuisbevalling is even veilig als een ziekenhuisbevalling. Alle instrumenten en medicatie die nodig is heeft de verloskundige ook thuis bij zich. Gedurende je zwangerschap en bevalling maakt de verloskundige op basis van vragen en onderzoek een risico-inschatting. Als er maar enig risico is, zal zij beslissen om met je naar het ziekenhuis te gaan. In deze risico-inschatting is altijd al de reistijd meegenomen, zo is thuis bevallen net zo veilig als in het ziekenhuis. In het ziekenhuis is de gynaecoloog ook niet altijd direct beschikbaar, bijvoorbeeld in de nacht ligt hij of zij ook in bed of is op de poli of operatiekamer en heeft ook hij of zij 15-30 min nodig om aanwezig te zijn. Dit is dezelfde tijd die we gebruiken als reistijd.

Voor een thuisbevalling is het wel belangrijk dat je huis en de plek in huis waar je gaat bevallen goed bereikbaar zijn. Je bevalt op de eerste verdieping of begane grond en de trap moet goed begaanbaar zijn. We bespreken de mogelijkheden tijdens de controle op de praktijk.

Overtijd controle

Wanneer je over de 41 weken gaat gaan we een overtijdcontrole afspreken in het ziekenhuis.

Deze afspraak maken we rond 41+0 weken, afhankelijk van hoe het weekend valt en wat je natuurlijk zelf wilt. Tijdens deze controle wordt er een hartfilmpje (CTG) van de baby gemaakt door middel van 2 banden om je buik. Hierbij wordt de hartslag en eventuele voorweeën geregistreerd voor een half uur. Zo kan de conditie van je kindje beoordeeld worden. Ook wordt er gekeken naar de hoeveelheid vruchtwater en zal er d.m.v. inwendig onderzoek bepaald worden of je baarmoedermond al rijp is voor de bevalling. Als geconcludeerd wordt dat alles er goed uitziet, wordt de keuze aan jullie gegeven om af te wachten of om in te leiden. Afhankelijk hiervan wordt de dag van inleiding afgesproken, aangezien we adviseren om niet over de 42 weken zwangerschapsweken te gaan. Wanneer je ingeleid wordt dan is dit een medische indicatie en wordt de zorg van ons overgenomen. De verloskundige uit het ziekenhuis (staat onder leiding van de gynaecoloog) zal je dan begeleiden.

Strippen

Je kan er voor kiezen om bij 41 weken (eerste bevalling) of bij 40 weken (eerder al eens bevallen) een inwendig onderzoek te laten doen door ons. Hierbij zullen wij je baarmoedermond beoordelen net als we tijdens de bevalling doen. We voelen of deze al klaar is voor een bevalling of nog niet. Als je baarmoedermond er klaar voor is, dit noemen we rijp zijn, en je hebt al minimaal 1 cm ontsluiting dan kunnen we strippen. Dit houdt in dat we met 1 vinger in de baarmoedermond de vliezen aan de binnenkant van de baarmoedermond een beetje los woelen. Hier komt een prikkel bij vrij die het lichaam kan helpen om te gaan starten met bevallen. Hierna hoop je dat dit het laatste zetje voor je lichaam is en je ergens binnen 24 uur gaat starten. Start je na deze tijd, dan is het niet meer van het strippen geweest. De kans op slagen is ongeveer 40-50%.

Uit onderzoek is gebleken dat strippen voor de 41 weken weinig zin heeft wanneer je nog niet eerder eens bevallen bent. Je lichaam is er dan vaak nog niet klaar voor en ervaar je er meer nadelen dan voordelen van.

Strippen is niet gevaarlijk voor je kindje. De enige nadelen die aan het onderzoek zitten zijn veel harde buiken of voorweeën hebben zonder dat je gaat bevallen en hierdoor een slechte nachtrust of een beetje bloedverlies door de aanraking van je baarmoedermond. Natuurlijk zorgen die voorweeën er wel weer voor dat je baarmoedermond rijper wordt.

Wanneer je geen ontsluiting hebt of je baarmoedermond voelt niet rijp genoeg aan, dan zullen we je niet kunnen strippen en moeten we nog een paar dagen afwachten. We kunnen afspreken het strippen na 4 dagen nogmaals te proberen. Als we wel hebben kunnen strippen, maar je bevalt nog niet, kunnen we het na 2-3 dagen nogmaals herhalen. Dit is natuurlijk je eigen beslissing.

Tips rondom de bevalling

  • Als je je bed in de zwangerschap alvast wil beschermen met het bedzeil uit het kraampakket, houd er dan rekening mee dat de bevalling en de controles aan de linkerkant van het bed gebeuren (als je aan het voeteneinde staat en kijkt naar het hoofdeinde, dan de linkerkant).
     
  • Aangemeld bij een kraambureau? Zet het telefoonnummer in je telefoon.
     
  • Zet natuurlijk ook ons spoednummer in je telefoon, 06-52691350.
     
  • Kraampakket in huis? Het kraampakket in zijn geheel onder jullie bed, laat het kraampakket ingepakt, natuurlijk mag je wel even snuffelen erin.
     
  • Klossen onder het bed vanaf 37 weken. Klossen zijn verkrijgbaar in 3 hoogtes, dus eerst even je eigen bed opmeten dan weet je welke je nodig hebt. Vanaf de grond tot de bovenkant van het matras moet het minimaal 70 cm zijn. Ook handig om even te kijken hoeveel je er nodig hebt. Zijn klossen niet mogelijk, dan ophogen met bierkratjes, blokken hout etc. of ergens een 1-persoonsbed neerzetten waar je wel makkelijk klossen onder kan krijgen. In ieder geval moet het bed waarop je bevalt en waarop de controles in het kraambed gebeuren omhoog.
     
  • Als je thuis wilt bevallen heb je extra nodig.
    • po (te huur)
    • 2 emmers (1 voor de vuile was en 1 om de vuilniszak in te doen)
    • Goed licht, evt. een extra staande lamp erbij.
       
  • Controleer de rubbertjes/doppen van de 2 kruiken wanneer je deze niet nieuw hebt gekocht, soms drogen deze uit en gaan de kruiken lekken. Deze rubbertjes/doppen zijn evt. nieuw los te verkrijgen bij de HEMA of Prenatal.
     
  • Als we naar jullie thuis komen en het is nacht, zorg er dan voor dat we jullie huis gemakkelijk herkennen. Doe de buitenverlichting aan of laat het licht in de woonkamer branden. Zorg dat het huisnummer vanaf de weg goed zichtbaar is. Bij bijzonderheden, zoals bijvoorbeeld wegopbrekingen of een moeilijk te vinden huis, meldt dit in de zwangerschap dan al even aan ons.

     

  • Regel in de zwangerschap alvast oppas voor andere kinderen en eventueel huisdieren. Zo kunnen jullie je concentreren op de bevalling.
     
  • Tijdens de ontsluitingsweeën mag je eten en drinken, want bevallen kost veel energie. Als je niets kunt eten, zuig dan af en toe op een Dextro Energie. Ook voor de partner is het belangrijk om regelmatig te eten en te drinken. Door spanning en een tekort aan slaap en suikers, kun je je anders slap voelen.
     
  • Ga vaak plassen tijdens de ontsluitingsweeën. Een volle blaas kan de bevalling negatief beïnvloeden.
     
  • Warmte helpt om te ontspannen. Neem een warme douche of bad tijdens de weeën.(Niet in bad als je gebroken vliezen zonder weeën hebt!)
     
  • Wordt niet ongerust als er een beetje bloed bij de slijmprop zit.
     
  • Houdt een emmer in de buurt, want er is een kans dat je gaat overgeven. Dit is een normaal proces tijdens de bevalling. De maag en de galblaas kunnen hinder ondervinden van de weeënkracht.
     
  • Door de inspanning om de weeën weg te zuchten, door de spanning van de spieren en door de verandering in de hormoonhuishouding kun je gaan rillen en klappertanden. Probeer dit over je heen te laten komen.
     
  • Veel vrouwen zijn tijdens het laatste stuk van de ontsluiting erg in zichzelf gekeerd. Dit is een normale reactie. Je kan je zo beter concentreren om de weeën op te vangen en zich zo voorbereiden op de geboorte van de baby.
     
  • Partners hebben soms het gevoel dat ze iets moeten doen aan de pijn van hun vrouw. Dit geeft hen het gevoel van machteloosheid. Met meezuchten en coachen help je je vrouw. Jouw aanwezigheid betekent al heel veel. Vele vrouwen hebben de steun van hun partner vooral nodig tijdens het persen. Probeer haar samen met ons goed aan te moedigen.
     
  • Probeer de Maxi-Cosi van tevoren al eens in de auto vast te maken. Zo voorkom je onnodige afkoeling van jullie kindje als jullie eventueel uit het ziekenhuis zouden komen.
     
  • Het is verstandig om op koude dagen het bedje van de baby voor te verwarmen voor als de baby uit het ziekenhuis komt. Een warme kruik in het bedje leggen net voordat moeder en de baby worden opgehaald, is voldoende.