Eerste controle
● Informatie over eventuele vorige zwangerschap(pen) en bevalling wanneer je nog niet bij ons bekend bent;
● Als je het weet, de eerste dag van je laatste menstruatie
Het gesprek
De eerste controle duurt ongeveer 60 minuten.
Tijdens de controle gaan we veel aan je vragen en in het computersysteem zetten.
Al deze vragen zijn erop gericht om een zo goed mogelijk beeld te vormen van jou leef- en gezondheidssituatie om zo onze zorg volledig te kunnen laten aansluiten op jouw behoeften.
Ook kunnen we direct risico’s voor de zwangerschap of bevalling signaleren en hierop actie ondernemen door middel van onderzoek in te zetten of adviezen te geven.
De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod:
● Jouw persoonsgegevens;
● Persoonsgegevens van de vader;
● Medische gegevens, o.a. gewicht, lengte, operaties, ziektes, allergieën enz. Ook willen we graag weten of je de waterpokken hebt gehad en of je zelf bent ingeënt;
● Familie gegevens; Zijn er aangeboren (erfelijke) afwijkingen bij ouders of broers/zussen? (vraag dit evt alvast na);
● Voorgeschiedenis van eventuele zwangerschappen en bevallingen;
● Leefstijl, dieet, voedingsgewoonten, maar ook roken, alcohol en/of drugsgebruik;
● Gegevens van je menstruatiecyclus.
Na al deze gegevens te hebben verzameld, kunnen we je direct vertellen of er op dat moment al iets is wat een eventueel risico kan vormen.
Ook kan het zijn dat er aan de hand van de gegevens later in de zwangerschap extra onderzoek zal worden gedaan, zoals bijv. een suikertest of een groei-echo.
Dit zullen we je dan ook direct laten weten.
Iedere zwangere waarbij er bijzonderheden naar voren komen tijdens het eerste gesprek, bespreken wij met een van de gynaecologen van het Dirksland ziekenhuis.
Samen komen wij tot een zorgpad wat specifiek voor jou geldt.
Zo krijg je de juiste en aangepaste zorg die nodig is.
Het kan ook dus voorkomen dat je zowel bij ons als bij de gynaecoloog (gedeeltelijk) onder controle loopt.
1e echo
Naar aanleiding van de eerste dag van je laatste menstruatie kunnen we uitrekenen hoever je ongeveer zwanger bent.
Zo hebben we een indicatie van wat we kunnen verwachten bij de echo.
Omdat de eerste echo vroeg in de zwangerschap is en je baarmoeder nog achter je schaambot ligt tot 12 weken, kan het zijn dat we het niet goed kunnen beoordelen door je buik heen.
We proberen altijd eerst via je buik te kijken (lukt ook vaak), maar mocht dit geen duidelijk beeld geven dan kan het zijn dat we een vaginale echo moeten maken.
De vaginale echokop is een dun staafje (1,5-2cm breed) wat we voorzichtig je vagina inbrengen, niet verder dan een vingerlengte.
Dit onderzoek is voor bijna alle vrouwen pijnvrij.
Doordat je dichter bij de zwangerschap kunt komen is het beeld veel duidelijker.
Tijdens deze echo kijken we naar je baarmoeder en wat daarin gebeurd. We kunnen vaststellen of er een zwangerschap is, of het één of meerdere vruchtjes zijn en of het hartje klopt.
Vanaf 6 weken start het hartje met kloppen.
Ook meten we de lengte van het vruchtje van kruin tot stuit.
Hiermee kunnen we zien hoe lang je precies zwanger bent en dus een uitgerekende datum vaststellen.
Een kloppend hartje geeft geen garantie op het niet krijgen van een miskraam, dit kunnen we niet zien of voorspellen.
Wanneer er uit de echo blijkt dat je nog geen 10-11 weken zwanger bent of verder, dan wordt er een herhalingsecho ingepland: de termijnecho.
Wanneer je wel voorbij de 10-11 weken blijkt te zijn, dan is dit de termijnecho. (Zie dit niet als teleurstelling voor het niet krijgen van een herhalingsecho, want wij doen standaard bij iedereen tijdens de 2e controle nog een keer kijken met de echo als service).
De termijnecho moet worden uitgevoerd tussen de 10-12 weken.
Alle kinderen groeien tot 12 weken in dezelfde snelheid en daardoor kan de precieze termijn van de zwangerschap dan goed vastgesteld worden.
Het kan dus zijn dat je zwangerschapsduur en uitgerekende datum dus nog veranderd tijdens de termijnecho.
Daarna staat de uitgerekende datum vast en wordt deze niet meer aangepast.
Natuurlijk krijg je aan het einde van het echo-onderzoek een eerste foto
mee van je kindje!
Bloedonderzoek
Bij iedere zwangere vindt aan het begin van de zwangerschap bloedonderzoek plaats voor het bepalen van je bloedgroep, de rhesusfactor, irregulaire antistoffen, hepatitis B, lues (syfilis), HIV en je hemoglobine (Hb) gehalte (ijzergehalte) om te zien of je bloedarmoede hebt.
Wij controleren ook het bloedsuikergehalte en je vitamine D en B12 status.
Rhesusfactor: Het laboratorium bepaalt je Rhesus D-bloedgroep.
Je kan Rhesus D-positief of Rhesus D-negatief zijn.
Van alle zwangere vrouwen is 85% Rhesus D-positief en 15% Rhesus D-negatief.
Wanneer je Rhesus D-negatief kan het zijn dat dit verschilt van je kind, wanneer deze D-positief is. Het positief zijn betekend dat je al antistoffen hebt.
Dit kan in theorie dus botsen en gaat jouw immuunsysteem antistoffen hiertegen aanmaken.
Dit kan geen kwaad voor een eerste zwangerschap, maar kan wel gevolgen hebben voor een eventuele volgende zwangerschap.
Om deze gevolgen te voorkomen prikken wij bij 27 weken zwangerschap nogmaals bloed bij en wordt hieruit bepaald of je kind Rhesus D-positief of D-negatief is.
Wanneer je kind D-positief is, zal je bij 30 weken en na de bevalling een prik krijgen met anti D.
Dit zorgt ervoor dat je geen antistoffen aan gaat maken in je lichaam en het dus veilig blijft voor een volgende zwangerschap.
Wanneer je kind ook D-negatief is hoeft er geen prik gegeven te worden, want er kan geen botsing optreden.
Het laboratorium bepaalt ook je Rhesus c-bloedgroep.
Je kan Rhesus c-positief of Rhesus c-negatief zijn.
Van alle zwangere vrouwen is 82% Rhesus c-positief en 18% Rhesus c-negatief.
Bij Rhesus c-negatief geldt hetzelfde als bij D-negatief.
Omdat er dus verschil kan zijn met je kind wordt dit bij 27 weken zwangerschap bepaald.
Voor Rhesus c-negatieve vrouwen bestaat er geen prik met anti c.
Bij beide Rhesus factoren wordt er tijdens het bloedonderzoek bij 27 weken zwangerschap ook direct getest of je misschien al een botsing hebt gehad met het bloed van je kindje.
Dit blijkt dan uit antistoffen die jij aanmaakt.
Mocht dit het geval zijn, dan wordt er een vervolg bloedonderzoek uitgevoerd en eventuele extra controles op de groei met de echo.
Dit komt gelukkig maar weinig voor.
De uitslagen van het bloedonderzoek hebben wij binnen 1 week binnen op de praktijk.
Wanneer er bijzonderheden zijn waar direct iets meegedaan moet worden, dan nemen we contact met je op.
Anders hoor je de uitslagen bij de volgende controle.
Lichamelijk onderzoek
Bij iedere zwangere vindt aan het begin van de zwangerschap bloedonderzoek plaats voor het bepalen van je bloedgroep, de rhesusfactor, irregulaire antistoffen, hepatitis B, lues (syfilis), HIV en je hemoglobine (Hb) gehalte (ijzergehalte) om te zien of je bloedarmoede hebt.
Wij controleren ook het bloedsuikergehalte en je vitamine D en B12 status.
Rhesusfactor: Het laboratorium bepaalt je Rhesus D-bloedgroep.
Je kan Rhesus D-positief of Rhesus D-negatief zijn.
Van alle zwangere vrouwen is 85% Rhesus D-positief en 15% Rhesus D-negatief.
Wanneer je Rhesus D-negatief kan het zijn dat dit verschilt van je kind, wanneer deze D-positief is. Het positief zijn betekend dat je al antistoffen hebt.
Dit kan in theorie dus botsen en gaat jouw immuunsysteem antistoffen hiertegen aanmaken.
Dit kan geen kwaad voor een eerste zwangerschap, maar kan wel gevolgen hebben voor een eventuele volgende zwangerschap.
Om deze gevolgen te voorkomen prikken wij bij 27 weken zwangerschap nogmaals bloed bij en wordt hieruit bepaald of je kind Rhesus D-positief of D-negatief is.
Wanneer je kind D-positief is, zal je bij 30 weken en na de bevalling een prik krijgen met anti D.
Dit zorgt ervoor dat je geen antistoffen aan gaat maken in je lichaam en het dus veilig blijft voor een volgende zwangerschap.
Wanneer je kind ook D-negatief is hoeft er geen prik gegeven te worden, want er kan geen botsing optreden.
Het laboratorium bepaalt ook je Rhesus c-bloedgroep.
Je kan Rhesus c-positief of Rhesus c-negatief zijn.
Van alle zwangere vrouwen is 82% Rhesus c-positief en 18% Rhesus c-negatief.
Bij Rhesus c-negatief geldt hetzelfde als bij D-negatief.
Omdat er dus verschil kan zijn met je kind wordt dit bij 27 weken zwangerschap bepaald.
Voor Rhesus c-negatieve vrouwen bestaat er geen prik met anti c.
Bij beide Rhesus factoren wordt er tijdens het bloedonderzoek bij 27 weken zwangerschap ook direct getest of je misschien al een botsing hebt gehad met het bloed van je kindje.
Dit blijkt dan uit antistoffen die jij aanmaakt.
Mocht dit het geval zijn, dan wordt er een vervolg bloedonderzoek uitgevoerd en eventuele extra controles op de groei met de echo.
Dit komt gelukkig maar weinig voor.
De uitslagen van het bloedonderzoek hebben wij binnen 1 week binnen op de praktijk.
Wanneer er bijzonderheden zijn waar direct iets meegedaan moet worden, dan nemen we contact met je op.
Anders hoor je de uitslagen bij de volgende controle.
Prenatale screening
Als zwangere vrouw heb je in Nederland de mogelijkheid om in het eerste trimester van de zwangerschap onderzoek te doen (screenen) naar kans op het krijgen van een kindje met downsyndroom (trisomie 21), patausyndroom (trisomie 13) en edwardssyndroom (trisomie 18).
Ook kun je laten onderzoeken of je kindje misschien een open ruggetje of schedel heeft, of een andere aangeboren lichamelijke aandoening.
Dit is het structureel echoscopisch onderzoek op lichamelijke afwijkingen (de 13 en/of 20 weken echo).
Deze onderzoeken kunnen je misschien geruststellen over de gezondheid van het kind, maar ze kunnen je ook ongerust maken en je voor moeilijke keuzes stellen.
Je bepaalt zelf of je de onderzoeken wilt en of je daarna eventueel nog vervolgonderzoek wilt laten doen mocht er een afwijking gevonden worden.
Tijdens de eerste controle zullen we vragen of je informatie wilt ontvangen over deze onderzoeken.
Wanneer je meer wilt weten zullen we je uitleggen wat de onderzoeken inhouden en eventueel inplannen als je hier gebruik van wilt maken.
Voor meer informatie over prenatale screening kijk op www.pns.nl